Singapore, Maleisië en Thailand

De eerste dagen!
De vlucht met Emirates is goed verlopen. We kwamen niets te kort. De jongens kregen zelfs allebei nog kadootjes (knuffels, rugzakje, spelletjesboekjes). Ook het eten was prima. Verder heeft een vlucht met deze airline het voordeel dat je allemaal een interactief tv-schermpje hebt om spelletjes te spelen of films te kijken. De tijd was letterlijk en figuurlijk omgevlogen!

De volgende dag kwamen we aan in Singapore. Met de MRT zijn we naar het hotel gegaan. De jongens vonden dit ook geweldig leuk. Bij aankomst in ons chique hotel, bleek dat de kamer nog niet klaar was. Gelukkig konden we van een facility room gebruik maken om snel even de zwemkleding aan te doen. Als compensatie voor dit uurtje, kregen we de volgende ochtend het (anders veel te dure) ontbijt voor niets. Heerlijk om na zo’n lange vlucht in het water te plonsen! ’s Avonds zijn we nog naar Marina Bay gewandeld, waar ons hotel in de buurt licht. Het valt op dat Singapore een schone stad is en dat er weinig insecten zitten. De DEET is vooralsnog in de tas gebleven!
De volgende ochtend hebben we uitgeslapen tot half 10. We hadden zeker nog wat uurtjes in te halen en ook het tijdsverschil is dan merkbaar. Na het zeer uitgebreide ontbijt, zijn we de stad gaan verkennen. Met de MRT bezochten we Little India, waarbij we ons even in het echte India waanden. De geuren en kleuren kwamen ons tegemoet. Ook liepen we bijna toevallig een Hindoe tempel binnen. Heel indrukwekkend, hoe deze mensen met hun geloof bezig zijn. Ook de muziek maakte dit gevoel compleet.
Daarna hebben we natuurlijk nog langs en door wat shopping malls gelopen, want dat is waar deze stad bekend om staat. Ook de skyline van deze stad is indrukwekkend. Het lijkt wel of het allemaal hoge gebouwen van glas zijn! Aan het eind van de middag bracht een taxi ons naar het treinstation. Om half 7 ging het checkpoint open. Daar gingen we eerst door de douane van Singapore en daarna door de douane van Maleisië. Het ging allemaal héél relaxed en rustig. Bij de laatste douane werden onze vingerafdrukken gescand en dat vonden Kay en Timo reuze interessant. Helaas voor hen, was het alleen voor de volwassenen. Om 19.00 uur vertrok de trein vanaf Singapore. Deze zogenaamde Jungle Train (omdat hij door een jungle gebied loopt) is een slaaptrein. Dat wil zeggen dat ieder een eigen slaapplek heeft. In eerste instantie wilden we de jongens bij ons in bed laten slapen, zoals we dat ook 2 jaar geleden in de trein deden van Bangkok naar Changmai. Maar dat was 2 jaar geleden. En of de bedden waren korter, of de jongens zijn nu toch echt veel groter, maar we vonden het nu niet zo’n goed idee om het beneden bed te delen. Daarnaast stonden de twee heren te springen om in het bovenste bed te slapen. Na een korte overweging (“kunnen ze er niet uitvallen, is het veilig”), besloten we om ze daar te laten slapen en bij het voeteneinde een koffertje neer te zetten. En raar maar waar, ondanks de “herrie” die zo’n trein maakt en ondanks het tijdsverschil met Nederland, hebben we allemaal geslapen. Toen we de volgende morgen wakker werden, waren we er al bijna. Wat avontuurlijk hè, zo’n treinreis. Opa vertelde dat hij nu klaar is om volgend jaar ècht te gaan backpacken! Aangekomen op onze eindbestemming, stond er al een taxi op ons te wachten die ons naar Kuala Besut Jetty bracht, om vervolgens met de boot naar Perhentian Besar te gaan. De jongens vonden de boottocht geweldig! Lachen, pretogen, bij elke “klap” die de boot op het water maakte. En zeker als ze dan ook nog eens een heel klein stukje los kwamen, of nat werden van de opspattende golven. Het eiland is geweldig. Het zand is zacht, het weer is héérlijk en je kan er heerlijk snorkelen. Paradijselijk dus!

Perhentians
Vanmorgen zijn we onze dag begonnen met een instructie over schildpadden. Met een powerpoint presentatie werd ons uitgelegd over de verschillende soorten en waar ze leven. Heel erg interessant. Er werd ook verteld wat er kon gebeuren als een schilpad, bijvoorbeeld tijdens het leggen van de eieren verstrikt raakte in rommel. Daarna was er werk aan de winkel: we hebben het strand schoongemaakt! Da’s nog eens goed bezig zijn in je vakantie hè. En wat je dan allemaal vind, niet normaal zeg: Platic flessen, blikjes, touw, peuken enzovoorts. En dan te bedenken dat wij hier op een “privé-strand” zitten, dat ze hier héél erg zuinig zijn op het strand en de omgeving. Op iedere kamer staan ook flesjes water, die je in het restaurant (gratis) kan bijvullen, dit om te voorkomen dat er nog meer plastic weggegooid wordt. De rest van de dag hebben we gesnorkeld, gezwommen en gesnorkeld. Wat is het hier mooi! Zo veel vissen, direct te zien vanaf het strand! ’s Avonds gingen we samen met de andere vrijwilligers hier op patrouille op het strand. Met zaklampen met rood licht gingen we het strand af om te kijken of er een schildpad het strand op kwam. Het rode licht schrikt hen namelijk niet af, of ze zien het zelfs niet eens. Tijdens onze patrouilles kwam er geen het strand op. Toen wij allemaal op bed lagen en de kinderen zelfs al in hun diepe slaap, werd er op onze deur geklopt: Er was een schildpad eieren aan het leggen. En dus kleden we ons vlug aan en gingen we kijken. Wederom met onze rode lampen. En daar lag ze dan, gewoon op het strand waar wij deze morgen nog gezwommen hadden, foto’s hadden gemaakt en –last but not least- rommel opgeruimd. Uiteindelijk zijn Annet en Christ’l eerder met de jongens naar het huisje teruggegaan; de jongens waren te moe om op te blijven. Gerrit en Bas bleven nog even. De schildpad was erg moe en op het laatst ging ze zelfs de verkeerde kant op. Maar dat is de natuur, dus ze helpen haar niet. Toen ook zij naar bed waren is het de schildpad tòch weer de juiste kant op gegaan, gelukkig! De vrijwilligers die er op dat moment nog bij waren, nemen dan de eieren voorzichtig weg om ze te bewaren in de ‘hatchery’ tot ze uit beginnen te komen, dan brengen ze de kleintjes naar het water. Dit om te proberen om meer schildpadden te laten overleven. Normaal overleven er maar 1 tot 3 van de 100 eieren die een schildpad legt. Nu hopen ze dat er meer overleven. Of het succesvol is, weten ze pas over 30 jaar, als een vrouwtjes schildpad oud genoeg is om eieren te leggen.
Vanmorgen hebben we eerst een nestje jonge schildpadjes gezien, die te vroeg uit het ei gekomen waren. Dit omdat het ei was aangevallen door mieren. Deze schildpadjes verblijven nu, als uitzondering, hier totdat ze sterk genoeg zijn om te overleven. Als ze nu op het strand gezet worden, is het zeker dat ze opgegeten worden door bijvoorbeeld een hagedis of een ander dier. Hierna zijn we op snorkeltour gegaan. Met de boot voeren we naar een plek waar ongelooflijk mooie koraal was. En zo veel vissen, ongelooflijk. Het was alsof je in een levensgrote aquarium zat. Zo mooi, zo veel kleuren, niet te beschrijven zo mooi. Nadat we hier lang onze ogen uitgekeken hadden, bracht de stuurman ons naar een plek waar een schilpad hebben zien zwemmen. Je zwom gewoon met de schilpad mee onder water. Erboven, erlangs, terwijl de schilpad ondertussen aan het lunchen was: verse kwal! Met een sliertje kwal nog uit zijn mond zwom ze weer verder naar haar volgende slachtoffer. Zo mooi. Als laatste snorkelplek kwamen we op sharkpoint. Hier zagen we haaien zwemmen. Geen gevaarlijk hoor! Ze waren rond een meter groot. De grootste was waarschijnlijk 1.20 meter. Maar wat een snelle zwemmers. We kregen ze bijna niet op de film! Maar uiteindelijk het is toch gelukt!
’s Avonds kregen we te horen dat de premature schildpadjes die we deze morgen hadden gezien, nu toch goed opgeknapt waren en dat ze deze vannacht naar de zee gingen brengen. Omdat wij meededen aan het conservation project mochten wij mee om ze te laten gaan. ’s Nachts is er zo min mogelijk risico dat er dieren komen om ze alsnog op te eten. En dus gingen wij om half 12 mee het strand op. Wat een geweldig mooie ervaring en wat bijzonder dat deze jonge diertjes vanuit hun instinct direct naar de zee lopen. Als ze dan bijna bij de zee zijn, worden ze door de golf meegenomen en zwemmen ze de grote oceaan in. En dan maar hopen dat ze het overleven en dat ze over 30 jaar weer terugkomen om hun eieren te leggen.

Reis naar de Taman Negara
Deze lange reis begon met de boottocht naar het vaste land. Een tocht van ongeveer 40 minuten, die de jongens weer geweldig vinden. Heen en weer op de golven van de zee. Dan moeten we nog even wachten. Om 10 uur vertrekt de bus naar Gua Musang. Daar worden de mensen gewisseld en gaat de bus weer terug waar hij vandaan komt, een héél slim systeem. Echter op de plek waar we wisselen, kun je wel eten, maar je kan geen snacks of flesjes drinken kopen. Zeer vreemd en vooral onhandig. Gelukkig hebben we nog wel wat en zo stappen we over in de bus naar de Taman Negara, het langste stuk. Onderweg stoppen we nog bij een Travel Agency, die onze accommodatie alvast belt en waar we de terugweg regelen en bij een ATM, want in de Taman Negara zijn geen pinautomaten. Uiteindelijk arriveren we, flink wat later dan gepland, in Kuala Tahan. Inmiddels is het al donker geworden en moeten we nog op de boot naar onze accommodatie. Best een avontuur, waar we op dit moment geen zin in hebben, maar het kan niet anders. Als we bij onze accommodatie aankomen, vinden we het allemaal niet zo geweldig. Misschien is het ook de vermoeidheid die ons parten speelt. De muren van de kamers zijn felgroen en het verre van mooi ingericht. De jongens vinden de badkamer raar…je moet hier douchen op dezelfde plek als waar de wc staat. Maar de kamers zijn schoon en dat is het allerbelangrijkste. Vroeg onder de wol is waarschijnlijk het beste.

In de jungle, de Taman Negara
Als we de volgende morgen wakker worden, blijkt dat de wereld er inderdaad een stuk mooier uitziet. Na het ontbijt gaan we met een gids de jungle in. De Taman Negara is de oudste jungle ter wereld. We maken eerst een tocht naar (bijna) de top, waar we even blijven staan om van het uitzicht te genieten. Daarna gaat de trekking naar de canopy walkway. Kay en Timo lopen voorop, samen met de gids. De rest volgt, berg op, berg af, over boomstammen of tussen de rotsen door. Best spannend! Tijdens de tocht zien we ook ineens heel veel pieren bij elkaar in een groepje liggen. Heel vreemd. We krijgen uitleg over de verschillende bomen, hoe oud ze zijn, wat er van gemaakt wordt enzovoorts. Maar we moeten ook goed opletten. Er zitten bloedzuigers. Kay en Gerrit hebben tijdens de tocht een lift gegeven aan een paar beestjes. Het kan verder geen kwaad, maar het bloed wel flink, dus worden telkens onze schoenen geïnspecteerd of ze er op zitten. Het einde van de tocht is de canopy walkway, oftewel de touwbruggen zoals Kay ze in zijn boekje heeft genoemd. Het zouden de langste touwbruggen van de wereld zijn. We lopen 45 meter boven de grond en het wiebelt flink. Je moet telkens 10 meter achter de voorganger blijven, met als resultaat dat de jongens al vlug héél ver voor ons uit zijn gelopen. De lol die ze hebben is echter vanaf een afstand te horen! ’s Middags stond er een uitstapje naar de Orang Asli op het programma, de originele bewoners van Maleisië. “Prepared to get wet” stond bij de informatie. Wat we niet verwacht hadden, was dat we al nat zouden worden tijdens de bootreis ernaartoe. Het leek wel alsof we in de Piranha van de Efteling zaten. Wat was dat leuk! En wat waren we nat! We dropen van top tot teen. Ook wel een klein beetje doordat er expres water omhoog spatte, door de handen in het water te houden. Alle volwassenen werden ineens weer kind! Geweldig. Als een boot vol natte sponsen kwamen we bij de nederzetting van de Orang Asli: huisjes van gevlochten palmboombladeren met bewoners die veel weg hebben van Aboriginals of papua’s . Van onze gids kregen we uitleg over deze bewoners en hun leefwijze. Ook mochten we pijltjes schieten/blazen, zoals echte jagers dat horen te doen om hun prooi te vangen. Tijdens de terugweg van deze bootreis stopten we nog ergens waar we konden zwemmen. Er hing ook een touw met een stok eraan, waar je aan kon slingeren en zo het water in springen. Ik denk niet dat ik er ver langs zit als ik zeg dat de kinderen wel 30 keer aan deze schommel geslingerd hebben om in het water te belanden. Ze kregen er geen genoeg van. ’s Avonds zouden we eigenlijk nog een nachtwandeling gaan maken. We waren al een beetje aan het twijfelen of we dit wel zouden moeten doen. Onze buren (ook Nederlanders) zeiden echter dat het heel leuk was en dat het absoluut geen moeilijke klim zou zijn. Toen we net hadden besloten om te gaan, begon het te regenen…en kon de tocht niet doorgaan, want dat was niet veilig. Jammer maar helaas, maar misschien niet eens zo heel erg.
Op weg naar Kuala Lumpur
Vandaag zijn we weer vertrokken uit de Taman Negara. Eerst gingen we een stuk, heerlijk relaxed, met de boot. Daarna konden we even lunchen in Kuala Tembeling, waarna de bus ons naar Kuala Lumpur bracht. De bus stopte in Chinatown, waarna we met een taxi naar ons hotel werden gebracht. Een ritje van een half uur, in een executive taxi, wat ons maar €7,50 kostte met ons zessen inclusief alle koffers. En we zitten nu toch in een mooi hotel! We hebben een appartement met drie slaapkamers met een oppervlakte net zo groot als onze woonkamer inclusief aanbouw, met twee badkamers, een wasmachine, flatscreen tv’s, ipod dockstation enzovoorts. Echt cool en super super mooi!

Kuala Lumpur
Wat hebben we veel gedaan in Kuala Lumpur. Het hotel ligt in een nette buurt (de ambassade wijk) en redelijk centraal. Het hotel heeft een gratis shuttlebus service, zodat je snel in de stad kan komen. Lopend ben je in 15 minuten bij de Petronas Twin Towers. De eerste dag stond het ’s morgens te miezeren, dus lieten we ons afzetten bij KLCC, het winkelcentrum onder de torens. Sinds kort kun je kaarten kopen voor de Twin Towers voor bijvoorbeeld over enkele dagen. Per dag worden er 1200 bezoekers toegelaten. Doordat het slecht weer was, waren de kaarten voor die dag nog niet uitverkocht. We besloten kaarten te kopen voor 17.00 uur en in de tussentijd gingen wij naar het Aquarium. Dit is een soort Sea World, waarbij je ook onder een tunnel met water en allerlei vissen, haaien, schildpadden etc. doorloopt. Erg interessant en mooi opgezet! Toen we weer buiten kwamen was het inmiddels mooi weer, dus dat kwam goed uit. We zijn naar Buket Bintang gelopen, hebben nog wat geshopt en lekker op een terrasje gezeten en een ijsje gegeten. Toen zijn we weer op ons gemak teruggelopen, via een soort overdekte airco gekoelde wandelbruggen, waardoor we weer héél bij de torens waren. Vervolgens krijg je een kaartje om en mag je samen met alle andere mensen met dezelfde kleur in de lift. Meer mensen kunnen er ook ècht niet bij. Met deze lift gaan we naar de 83e verdieping. Het is een gesloten lift, maar aan de binnenkant zie je een film aan de zijkanten, alsof je door de raam naar buiten kijkt. Mooi gemaakt! We waren binnen no-time boven! En het gevoel om van de begane grond naar de 83e verdieping te gaan is niet eens zo vreemd. Het lijkt een heel klein beetje op het gevoel wat je hebt als een vliegtuig opstijgt. Maar er zijn momenten geweest dat ik in de bergen méér last van mijn oren had dan nu. Dan moeten we een klein stukje lopen en gaan we in een kleinere lift, in 2 groepen, naar de 86e verdieping: Wat een uitzicht! We kijken weg over de hele stad….en verder! Magnifiek en zo bijzonder om hier te staan op 426 meter (als ik het goed heb) boven de grond. Ook ons hotel zien we liggen en door de verrekijker kunnen we zien dat er mensen in het zwembad aan het zwemmen zijn. Na 20 minuten worden de groene badges weer geroepen en is het tijd om naar de brug te gaan, die tussen de twee torens in ligt.. Deze brug ligt vast, maar ook enigszins los, zodat het de wind kan opvangen. Er is een gap van zo’n 30 centimeter aan ruimte. Nadat we ook hier rondgekeken hebben, gaan we weer naar beneden en is de tour afgelopen.
De volgende ochtend gaan we met een taxi naar de Batu Caves, hindoeïstische tempels gebouwd in rotsen. Er is vandaag geen heilige dag, dus er zijn alleen toeristen. Met een heilige dag kan het hier bomvol staan. We moeten 272 trappen op om de naar de tempel te gaan. Op de trappen zitten behoorlijk veel aapjes. Mooi om te zien, maar wel oppassen. De tempel is mooi, maar als je al veel tempels hebt gezien is het niet meer zo bijzonder. ’s Middags gaan we naar China Town en Little India. De taxi-chauffeur die ons brengt, een Indiër, vertelt ons ondertussen veel over de maatschappij en hoe vreemd deze in elkaar zit: Als je hier islamitisch bent, dan heb je veel voordelen en kortingen. Bijvoorbeeld korting bij het kopen van een huis, je betaalt minder of zelfs geen schoolgeld. Ambtenarenbanen zijn alleen beschikbaar voor islamieten. De familie van deze Indiër was al 200 jaar in Maleisië maar was voor de staat nog steeds een Indiër. Als hij moslim was geweest, zo vertelde hij, dan was hij wel een Maleisiër geweest. Hij had ook nog een uitspraak die ik me vanaf dat moment telkens in gedachte hield: “Moslim people don’t like white people, they only like your money”. Het is inmiddels behoorlijk warm geworden, dus we besluiten dat de afsluiting van de middag in het zwembad op het dak van ons hotel zal zijn. Heerlijk verkoelend en onder het genot van lang islamitisch gezang uit de minaret, want het is vandaag vrijdag, de heilige dag van de islamieten.
In de ochtend stond er om 9 uur een huurauto voor ons klaar, waarmee we naar het Sepang F1 circuit gingen. We hadden vooraf een tour geboekt. Omdat er een beetje verwarring was over wáár en bij wie we moesten zijn, stonden we op een gegeven moment nagenoeg op het circuit met de huurauto. Op het circuit waren Renaults aan het rijden. Oh wat had Bas graag het circuit op gegaan! Uiteindelijk kwamen we op de goede plek en gingen we in een minibusje met onze gids Kaha over het terrein: meteen bij de eerste stop zagen we al de plek waar Simoncelli verongelukte. Verder kwamen we op diverse plekken waar je anders dus echt niet komt: De VVIP ruimten, waar de premiers en koninklijkheden zitten, het winnaarspodium, het kantoor van Ecklestone, de tijdwaarneming en de controlekamer. Omdat er op dit moment een race aan de gang was, was er ook bedrijvigheid in de controlekamer. Heel veel TV-schermen met beelden over het hele circuit. Kay en Timo mochten met de koptelefoon op en met een soort walky talky in de hand zitten: “one minute to go”! Daarna gingen we ook nog naar het perscentrum (heel veel tafels met aansluitingen voor laptop en internet) en de pitsstraat. We mochten ook nog in het huisje waar de official met de finish vlag zit. En dat terwijl er auto’s aan het racen waren, inmiddels Lotus-auto’s uit Singapore, die de baan afgehuurd hadden. Na zo’n 3 uur rond gereden en rondgekeken te hebben, was de tour (helaas) over. Met onze huurauto gingen we verder, naar Melakka, een stadje met invloeden van de VOC Nederlanders, Engelsen, Portugezen en Japanners. Er waren zelfs plekjes bij waarbij je in Nederland waant, bijvoorbeeld in Den Bosch. Een Heeren House, een Stadhuys en in de Christ Church zie je diverse stenen met Nederlandse namen en teksten. Echt hele mooie gebouwen en een heel mooi stadje. Alleen wel héél druk, met héél veel toeristen.

Koh Chang
We zijn van Kuala Lumpur naar Bangkok gevlogen met AirAsia. We wilden per sé nog naar Koh Chang omdat een vriend van ons daar een duikschool heeft en permanent op dit prachtige eiland woont. (note: in 2014 is de duikschool Chang Diving overgenomen door een andere Nederlander) Toen we op het vliegveld aankwamen stond taxi voor ons klaar om ons naar Koh Chang te brengen. Dat had Peter weer goed geregeld. En nu zitten we dan hier, op een steenworp afstand van Peters huisje. De huisjes hier zijn zo mooi. Bijna aan het strand en tussen heel veel groen. We hebben het heel goed dus. Verder hebben we het tempo laag liggen op Koh Chang. Even heerlijk relaxen. Onze huisjes in Kai Bae zijn geweldig. Ze liggen midden in het groen en zowat aan het strand. Lekker ruim, van alle gemakken voorzien en daarnaast is er nog een fijn zwembad bij. De eerste dag hebben we dus ook meteen als zwembaddag ingelast, wat de kinderen heel erg wisten te waarderen! Het eten is ook voortreffelijk! We bestellen elke dag een aantal gerechten en doen dan “thai-style” zodat we allemaal gerechtjes kunnen proeven. Om je vingers bij af te likken! Ook zijn we een middagje naar het vissersdorpje Bang Bao geweest, een gezellig plaatsje, waar je lekker kan struinen langs kleine shopjes op weg naar de pier. En last but not least: onder het genot van een vruchtenshake en Chang-bier met de voeten bungelen boven het water bij Buddha View. Verder hebben we nog de Klong Plu waterval bezocht en zijn we gaan olifant rijden bij Baan Kwan Chang. We begonnen echter met het wassen van de olifant in de rivier. Tijdens de tocht mochten Bas en Christ’l al een hele tijd rijden als een “mahout”, wat betekend dat je tussen de oren van de olifant zit, daar waar normaal gesproken de mahout oftewel de berijder van de olifant zit. De tocht op zich is al heel speciaal, te midden van het prachtige landschap, de rivier, de watervallen, maar dan ook nog eens op de rug van zo’n groot en machtig dier! Je voelt de spieren van de olifant werken bij elke stap. Heel apart. Echt een leuke dag. 

Ook zijn we een dagje met "Chang Diving” mee geweest: de helft ging duiken en de rest ging snorkelen. Omdat het nu “green season” oftewel regenseizoen is, varen we met een boot uit naar de mooiste plekjes. En dus zaten we op de nieuwe boot van Peter. Niet alleen super mooi, maar ook over diverse dingen zo goed nagedacht! Complimenten Peter en Babs! Tijdens de boottocht werden we, samen met de andere (ook Nederlandse) gasten aan boort, goed geïnstrueerd als het gaat om het duiken. Wat je wanneer moet doen, in welk tempo je weer naar boven gaat enzovoorts. Zeer goede instructies! Tijdens het snorkelen en duiken konden we genieten van de mooie onderwaterwereld die Koh Chang te bieden heeft. En dan schijnt het zo te zijn dat in het hoogseizoen (onze winterperiode) hier nog véél mooier is! We hebben in ieder geval prachtige plaatjes weten te maken met onze onderwatercamera. Op de terugweg waren we letterlijk moe maar voldaan: Iedereen viel erbij in slaap haha! De laatste dag (vandaag) zijn we samen met Peter een stuk over het eiland gaan rijden, de oostkust bekijken: het niet toeristische deel van Koh Chang. Helaas viel een gedeelte in het water door hevige regenval. Uit nood zijn we bij een vriend van Peter aanbeland, die een eettentje heeft met Nederlandse gerechten. Aiaiai…hebben we hier toch gewoon ordinair frikadellen en bitterballen gegeten. Toch wel lekker voor een keer! De kinderen konden ondertussen (lees voor en na het eten) in het zwembad zwemmen, want inmiddels wat het opgehouden met regenen. Morgen gaan we weer terug naar Bangkok. Vanavond gaan we als afsluiting weer terug naar een geweldig tentje in Lonely Beach: Een soort hippie-tent, met een vloer uit gerecyclede planten, met hangmatten en een biljart, wat de vier junior-reizigers heel erg leuk vinden. De kinderen hebben allerlei optredens ingestudeerd vanmiddag dus die gaan ze opvoeren hebben ze gezegd. Ook Bas en opa zullen een stukje doen, dus lol gegarandeerd!

Bangkok
Onze laatste dagen in Bangkok stond vooral weer in het teken van de reis naar huis. Mede ook doordat we natuurlijk al een paar keer in Bangkok zijn geweest, hadden we niet de behoefte om nog allerlei tempels te bekijken. Maar een tocht op de Klongs is altijd mooi en natuurlijk moest er geshopt worden. En 's avonds een terrasje pikken op Khoa San Road mag ook zeker niet ontbreken.
Kort samengevat: Een heerlijke vakantie!

Buddha-dag op Koa San Road