Myanmar/Birma

Mingalarbar Myanmar
woensdag 10 juli
Daar zijn we dan. Na twee vluchten met een maatschappij waar we eerder nooit mee vlogen, maar die ons niet is tegen gevallen: China Southern Airlines. Ondanks dat we op Schiphol geen ticket hadden gekregen voor onze tweede vlucht van Guangzhou (Zuid-China) naar Yangon, was dit snel geregeld. Ook hoefden we niet lang te wachten. En zelfs bij deze korte vlucht kregen we weer eten en drinken aangeboden. En ook hier voor de kinderen een speciale kindermaaltijd, die ze echter niet eens voorbij hebben zien komen, omdat de ogen dicht waren. En ook wij hebben geslapen. Het tijdverschil zal tenslotte ook ingehaald moeten worden!
Bij aankomst op Yangon int'l airport komt onze bagage bijna direct van de band en dus kunnen we snel naar buiten. Daar staat onze nieuwe vriendin Aye ("eej") met haar zus al op ons te wachten. Via een reisbureau ben ik in contact gekomen met Aye. Daarna is ze samen met anderen een eigen reisbureau opgezet:  Journeys Princess Myanmar. Doordat we vooraf al veel contact hadden via de mail en Facebook, leek het alsof we elkaar al kenden: We kregen hier echt een warm onthaal. Het is ook wel heel erg bijzonder om zo iemand dan in het echt te ontmoeten, waar je al een half jaar mee aan het mailen bent. Sowieso was het boeken van hotels via Aye, interessanter dan ze rechtstreeks te boeken bij de hotels! (TIP!)
Tijdens de taxirit komen we al meteen langs het Inya meer, waar aan de andere zijde het huis van Aung San Suu Kyi ligt, "The Lady" van groot belang voor de veranderingen die afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. De dames en onze chauffeur zijn ook vereerd om te horen dat we The Lady kennen en dat we zelfs weten waar haar huis ligt.
Het straatbeeld verschilt hier niet zo gek veel van dat van Thailand. Sinds  1971 rijden ze aan de linkerkant van de weg,  maar nog heel veel auto's hebben ook het stuur rechts zitten!
Na wat traffic jam (de scholen zijn net uit) checken we in bij ons hotel. Een erg net hotel. Het doet een beetje koloniaal, oud-Engels aan. Hoge plafonds, houten meubelen. Er is ook een zwembad, waar de heren meteen induiken om op te frissen na de reis. Dan komen er twee medewerkers van het reisbureau om de vouchers te overhandigen EN om de vliegtickets uit te schrijven...ja je leest het goed, vliegtickets worden hier met de hand uitgeschreven!
'S middags gaan we op zoek naar een SIM kaart voor de telefoon. Ik had al gehoord dat dit niet makkelijk aan te komen was, en dat was inderdaad niet. Maar het is gelukt! Na nog wat rondlopen hebben we een eettentje op gezocht, waar we lekker pizza gegeten hebben. Veel te duur natuurlijk, maar wel lekker om even te acclimatiseren! Om 19.30 uur gingen we al naar bed, om vervolgens de klok rond te slapen op een heeeerlijk bed!

Donation Day
Donderdag 11 juli
Vanmorgen zijn we eerst naar een school geweest. Op deze school waren 1733 leerlingen en 43 leraren, waarvan de helft op vrijwillige basis werkt en de andere helft krijgt een tegemoetkoming van 20 euro per maand. Doordat er slechts 9 klaslokalen zijn, zijn er meerdere Ploegen. Deze school was anderhalf uur rijden buiten Yangon en een oude schoolvriendin van Aye werkt er. Op deze school komt bijna nooit een buitenlander en voor veel van de kinderen was het de eerste keer dat ze " die grote, witte mensen" zagen. Alsof we van een andere planeet kwamen, werden ze verlegen of klapten dicht bij het zien van ons. Maar ook veel van de kinderen zijn erg arm, dat had Aye ons al verteld. Vandaar dat we ook kleding, een paar ballen, schriften en wat speelgoed hadden meegenomen vanuit Nederland. Nadat we eerst een rondleiding hadden gekregen op de school en in de klaslokalen hadden mogen kijken, hebben we in een aparte ruimte een aantal van de kinderen de spullen gegeven. Dus elk kind één stuk! Er was ook nog wat kleding van Christ'l bij en dat hebben we aan een aantal juffen gegeven. Allemaal waren ze heel erg blij. Elk kind mocht op de foto en we hebben beloofd dat we alle foto's zouden doormailen, zodat ze deze speciale gebeurtenis later nog eens op de foto konden terugzien. Ook hebben we nog een donatie gedaan aan de directeur (een monnik). Ook dit moest drie dubbel op de foto vastgelegd worden. Het was erg indrukwekkend en een hele dankbare ochtend.
Daarna hebben we nog een tempel in de omgeving gezocht en waren er echte slangen te zien, tot groot genoegen van onze jongens. Ons genoegen was vooral dat ze in een kooi zaten!
Ook de inwendige mens moest aangevuld worden en Aye wist een leuk, gezellig restaurant. De gerechtjes kwamen op een ronde plaat te staan, zodat we met zijn allen konden delen! Er was meer personeel in de zaak als klanten, maar het eten was "Jeng kaun deh" oftewel heerlijk!
Hierna bracht de chauffeur ons naar Chauk Htat Gyi Buddha, een grote liggende boeddha (reclining buddha). We dachten dat we al vaker grote boeddha's hadden gezien, maar zo groot als deze nog nooit! Alleen het oog was al een halve meter doorsnede en de totale lengte was 66 meter! Toen bezochten we nog een tempel, waar een haar van buddha ligt en waarom heen ze een soort doolhof van goud hebben gemaakt. De kinderen vonden het wel heel raar; want hoe kan een land wat zoveel goud heeft (en dus rijk is in hun ogen) zo veel arme mensen hebben. De eigenaar van de tempel is waarschijnlijk de rijkste man ter wereld en dan zou hij best wat aan de arme mensen kunnen geven.
Als laatste gingen we naar de Shwe Dagon Paya. Een grote beroemde pagode, van bijna 100 meter hoog, bekleed met 50.000 kilo bladgoud en vele duizenden kostbare edelstenen. We hebben hier zo'n anderhalf uur rondgelopen, waardoor we ook nog de Shwe Dagon pagoda in het donker hebben gezien: want dan is het eigenlijk op z'n mooist, wanneer de grote gouden pagode verlicht wordt en mooi afsteekt tegen de donkerblauwe lucht! 

 
Een gouden randje!
Vrijdag 12 juli
Het eerste gedeelte van de dag hebben we gereisd naar Kyaiktiyo. Eerst door Yangon, waar we onze ogen de kost gaven aan de vol geladen vrachtwagens, fietsen en bussen. Want die worden hier optimaal beladen. Met mensen of met spullen, dat maakt niet uit. Nog iemand die mee moet? Dat kan!
Na ongeveer een uur verandert het landschap langzaam in een groene vlakte met rijstvelden. Onze chauffeur stopt in een wegrestaurant waar we proberen wat te bestellen. Uiteindelijk gaan we toch maar even kijken wat ze in de keuken hebben liggen. Komt helemaal goed! We eten er heerlijk!
Na 4 en een half uur rijden komen we aan in Kinpun, het basiskamp voor de Golden Rock. Vanaf hier mogen er geen auto's meer door en moeten we met een pick-up truck naar boven. Als er genoeg mensen op de truck zitten, vertrek deze. We denken dat we geluk hebben, want hij zit bijna vol: we tellen zo'n 25 mensen, op elk bankje 4 personen en de monnik die er bij is komen zitten. Maar het blijkt nog niet genoeg. Als sardientjes in een blikje zitten we te zweten op de plastic bankjes, die waarschijnlijk voordat wij er op zaten nat geworden zijn van een regenbui. Er wordt geteld, nog eens geteld. Er komen nog wat mensen aan, die kunnen erbij. Ze tellen nog wat. Er komt nog iemand bij en er wordt druk overlegd. Nog een keer tellen. Aahh...daar komen nog 3 mensen aan, die kunnen er ook nog wel bij, toch? Ja, na wat overleggen en nog eens tellen, blijken ze er nog bij te kunnen. We komen nu nog dichter bij elkaar te zitten en nadat ze voor de zekerheid nog eens alles geteld hebben, met tenminste 5 personen, mogen we gaan. We tellen dan minimaal 35 passagiers. He he...eindelijk een frisse wind door de haren en door onze zwetende kleding. Dat frist op! De jongens genieten van deze "monstertruck", wat ze er met wat fantasie van maken. Herrie maakt ie in ieder geval. De weg gaat omhoog en omlaag, bochtje om, nog een bochtje om, nog een bochtje om...en dan zijn we uiteindelijk boven (1130 meter). Omdat het "low season" is, mogen we iets langer mee achterop de truck en hoeven we dus niet zo ver te lopen. Lucky us! Het laatste stukje lopen we langs wat winkeltjes naar ons hotel, wat dus bovenop de berg ligt. Het blijkt een goede keuze. We krijgen twee nette kamers, dicht bij het restaurant, zoals we gevraagd hadden. Christ'l had namelijk gelezen op tripadvisor dat je anders erg veel trappen had van en naar je kamer. Vanuit het hotel is de Golden Rock al te zien. Als we even een stukje naar beneden lopen, staan we bij de ingang. We worden geadviseerd om vandaag al naar deze bedevaarts rots te gaan kijken. Want de wolken zijn aan het wegtrekken en de zon komt door. De volgende dag is immers altijd afwachten in rainy season. En inderdaad...terwijl we lopen wordt het alleen maar mooier en mooier. Als we bij de Golden Rock aankomen, prikt de zon inmiddels behoorlijk. Het goud van de steen schittert in de zon. Van alle kanten kun je er omheen, maar op sommige stukken is het alleen toegankelijk voor mannen...mannen die hun bovenarmen bedenkt hebben. En laat Bas dat nou net niet hebben. Christ'l grapt dat ze de shirtjes moeten ruilen..."wait wait", klinkt het door 1 van de mannen, en daar is ineens een regenjas. Dus de mannen mogen de steen gaan aanraken, terwijl Christ'l en Annet op een paar meter afstand mogen blijven kijken (lees: foto's maken). Ook kan de rots nog van de onderkant bekeken worden, wat we dan ook uitvoerig doen, aangezien deze rots -zo luidt de legende- wordt ondersteund door een haar van Buddha zelf. Toch knap, dat zo'n grote steen daarmee kan blijven liggen. Tijdens het eten kijken we vanuit het restaurant nog hoe de Gouden Rots tussen de donker wordende wolken verdwijnt. Een dag met een gouden ro...uhh...randje!

Goud in de nevel
Zaterdag 13 juli
We slapen lekker uit en ontdekken dat het hotel gehuld is in de mist. De rots is niet zichtbaar, zo mistig is het. Ook onze broeken, die nog wat nat waren van de bankjes in de open truck, zijn niet opgedroogd door de vochtige lucht. We ontbijten uitgebreid. Het is geen lopend buffet, maar de vriendelijke ober komt vragen wat we willen eten. Toast, boter en jam worden op tafel gezet en we kunnen allerlei soorten ei bestellen, of fried rice - nasi. We bestellen van alles wat. Kay vindt de toast in Myanmar niet zo lekker, geen idee waarom want het is gewoon geroosterd brood, maar als tegenprestatie eet hij de "tamin djoh", nasi met gebakken ei voor ontbijt. Hij vindt het heerlijk!
Omdat het zo mistig is, besluiten we eerst wat rustiger aan te doen. We kunnen nu wel gaan wandelen, maar alles zal wel vochtig zijn. De jongens maken direct gebruik van deze vrije tijd, om lekker even te gamen op de Nintendo DS.
' s Middags gaan we toch een wandeling maken naar beneden. Langs de weg zijn kinderen aan het spelen met snippers en stokjes. Ze hebben de grootste lol als Kay en Timo even meespelen. Als ze in de gaten krijgen dat Christ'l dit vastlegt op de camera, willen ze zichzelf zien. Met hun vingertjes wrijven ze over het scherm, alsof ze zichzelf willen pakken. Zo schattig!
We vervolgen de weg naar beneden, een brede weg waar een vrachtwagen overheen kan, maar die op sommige plekken nog best behoorlijk glad is. Gerrit en Annet draaien halverwege om. Bas, Christ'l, Kay en Timo besluiten door te lopen en "beneden" iets te gaan drinken. Een half uur later zijn we er en drinken we wat. Bas vraagt hoe lang het lopen is naar boven en dan wordt er druk overlegd...we krijgen aangeboden om voor 1 dollar naar bovengebracht te worden met de truck! Dat besluiten we te doen. En wat voor plek: we zitten Deluxe voorin naast de chauffeur! Een beetje wreed is het wel eigenlijk, want als we na 5 minuten boven komen, zitten Gerrit en Annet nog nablazend een drankje te drinken op plastic stoeltjes in een met plastic afgemaakt koffietentje. Ze zijn net 10 minuten boven...
De rest van de middag hebben we weer lekker rustig aan gedaan, aangezien het een beetje regende. Zo'n rustig dagje is best een keer lekker!

Op transport
Zondag 14 juli
Na het ontbijt was het dan zo ver: We mochten weer op transport! Deze keer werd er iets minder vaak geteld, maar het laden van de truck was niet minder! We telden 43 mensen, de chauffeur niet meegerekend! Volgens de Thaise meiden naast ons, die een weekendje weg waren geweest, moesten we 33 heuvels over voordat we beneden waren. Een weg van 18 kilometer! Deze keer waren de bankjes gelukkig niet nat, dus je zou kunnen zeggen dat het iets comfortabeler was. Toch blijft het wat van veetransport weghebben zo. Beneden aangekomen stond onze chauffeur al breed zwaaiend klaar. Heh, wat lekker om weer in een gewone minibus te stappen!
We gingen via de oude weg terug naar Yangon, waardoor we langs Bago kwamen. In Bago hadden we een tussenstop bij een tempel, en bij een grote liggende Buddha. Beiden waren behoorlijk commercieel en niet de moete waard vonden wij. Best raar, want het leek wel commerciëler dan bij de main attractions in Yangon. Het restaurant was wel de moeite waard, want zoals gewoonlijk was het eten weer heerlijk! Vanaf Bago was niet zo ver meer naar Yangon. Volgens onze chauffeur waren er een half jaar geleden nog verschillende controleposten onderweg, waarbij je je paspoort moest laten zien. Nu hoefden we nergens meer te stoppen. Het land is aan het veranderen.
‘s Avonds hebben we heerlijk pizza gegeten bij Heaven Pizza. Voor Birmese begrippen veel te duur: maar liefst 25 euro voor ons zessen, inclusief grote Myanmar bier voor Gerrit en Bas! Maar met een hele snelle internetverbinding, dus alle ipads en telefoons kwamen uit de tassen, om de mail even bij te werken en te appen.

 
 
 
Yangon achter het goud
Maandag 15 juli
Volgens de Lonely Planet is er in Yangon een Circulair Train die rond gaat in Yangon en waarbij je het dagelijkse leven van de mensen kunt aanschouwen. Dat lijkt ons een goed idee. Het treinstation is op 5 minuten lopen van ons hotel. We weten al dat het of perron 6 of 7 is. Als we op het station aankomen zijn er al direct mensen die ons de weg wijzen, zonder dat we de weg gevraagd hebben: Perron 6 of 7, via de trap over de andere perrons heen.
Aangekomen bij perron 6 en 7 (6 aan de linker kant en 7 aan de rechter kant), worden we direct ontvangen door een van de perronmedewerkers. We mogen even bij hem in het kantoortje komen staan. De treinrit kost 1 dollar per persoon en de ticket wordt met de hand uitgeschreven. Het paspoort hebben we niet meer nodig, zoals in de Lonely Planet beschreven staat. Ook weer een verandering. Blijkbaar hoeft de Gouvernement tegenwoordig niet meer alles te weten? De trein vertrekt pas over een uur, want ook de treintijden zijn veranderd. We besluiten even langs wat winkeltjes te lopen. Ondertussen blijkt wel dat we de bezienswaardigheid van de dag zijn. Wat doen die grote blanke mensen hier nou bij de trein. Er zijn ook mensen die ons willen aanraken. Vooral de armen van Gerrit, want die zijn pas echt wit. We denken dat ze willen voelen of ze wel echt zijn. Ook Kay en Timo worden vaak aangeraakt op de wangen of ze voelen aan de 'gouden' haren. Vaak komt er een bewonderenswaardige knik naar Christ'l die zo goed als betekend "zijn deze twee mooie jongens jouw kinderen?"
Als we rond 10 uur weer op het perron aankomen, verontschuldigd de perronmedewerker zich, want hij moet even mee met zijn zus om een koffer te dragen. Maar hij verzekerd ons dat hij op tijd terug is. En jawel hoor, 10 minuten later is hij weer terug om ons persoonlijk te vergezellen naar de trein. We mogen overal gaan zitten en als we willen mogen we ook uitstappen en daarna weer instappen. De trein vertrekt en boemelt langzaam langs het dagelijkse leven wat zich afspeelt langs het spoor. Veel mensen zitten samen gezellig op het spoor te kletsen en etenswaren worden verkocht. Sommige mensen beginnen te zwaaien als ze ons zien en zelfs de mobiele telefoons worden tevoorschijn gehaald om van ons een foto te maken! Die dollar voor dit ritje was misschien niet veel, maar de vraag is waarom we moeten betalen als wij de attractie zijn, haha! Als het drukker wordt, kijken mensen aarzelend of ze wel bij ons kunnen komen zitten. Na een knikje van ons, kijken ze nog eens aarzelend alvorens ze dan toch maar gaan zitten. Bij Bas en Kay komt een mevrouw met een baby’tje van 10 maanden te zitten. Bas zit wat te spelen met het jongetje en ineens hop, daar zit de baby bij Bas op schoot. Dat zijn toch de leuke dingen om mee te maken.
We zien ook dat er nog veel, nee heel erg veel te verbeteren valt in dit land. De rommel wordt gewoon langs de weg gegooid. Bergen vol rommel. Mensen leven zo ongeveer op de vuilnisbelt. Onvoorstelbaar. Timo merkt op dat hij het niet snapt: zo veel goud en diamanten bij de tempels en de mensen hier hebben niets. Die leven in een huisje gemaakt van wat golfplaten. Na een rit van 2 en een half uur zijn we weer terug Yangon Trainstation.
We lopen naar wat winkeltjes in de buurt van Sule Paya. We willen naar de Scott Market, ook wel de Bayoke Aung San Market genaamd, maar die blijkt dicht op maandag. Maar in de straatjes rondom is ook genoeg te koop! We scoren wat slippers (ca. 2 euro), wat tassen (ca. 5 en 7 euro), reservebatterijen voor de camera's en eten een lekkere donut. Aan het eind van de middag nemen de kinderen en Bas nog een snelle duik in het zwembad en dan pakken we onze spullen weer in, want morgen vertrekken we naar een volgende bestemming! Voor de grap is onze vlucht een uur vroeger gezet, waardoor we lekker vroeg op mogen staan...

Vluchten
Dinsdag 16 juli
Vroeg in de ochtend komt onze chauffeur ons weer ophalen om te vertrekken naar de airport voor domestic flights. Onze vlucht is een uur vervroegd en wordt uitgevoerd door Asian Wings. We vliegen met een propellervliegtuig (een ATR 72-500). Op het vliegveld ziet het er toch wat moderner uit dan we hadden verwacht. We krijgen een sticker opgeplakt en onze bagage wordt op een ouderwetse weegschaal gezet, met de hand door de scan en daarna met een grote steekwagen weggebracht. Al vrij snel mogen we het vliegtuig in en nog voor de officiële vertrektijd zitten we in de lucht. We krijgen te drinken en een soort van pizza-chili broodje te eten. Heerlijk! Timo is inmiddels in slaap gevallen en een stewardess komt aangesneld met een kussentje en later ook nog met een dekentje. We dachten dat we een tussenlanding hadden op Mandalay. Blijkt dat we een tussenlanding hebben op Bagan. We stijgen weer op en krijgen weer te drinken. Het drinken is nog niet op en de landing wordt weer ingezet! We landen nu op Mandalay airport. Dan moeten we dus nog een keer opstijgen en landen, waarna we eindelijk aankomen op Heho airport. We worden opgewacht door een dame die onze volgende binnenlandse vlucht bevestigd en stappen dan in de taxi op weg naar Kalaw via Pindaya. Het lijkt alsof we in een tijdmachine hebben gezeten in plaats van een vliegtuig!  Ossenkarren met houten wielen komen langs gereden. Mannen en vrouwen staan bloemkolen te laden. Vrouwen met rieten hoedjes staan te zaaien en een eindje verderop wordt er geoogst met manden op de rug. Natuurlijk komen er ook brommertjes en soort truckjes die het best te omschrijven vallen als een kruising tussen een landbouwfrees en een tuktuk. Geweldig om hier rond te kijken. "De tuin van Myanmar" noemt Gerrit het. De akkers liggen er ook keurig bij! Wat een verschil met de rommel in Yangon.
We stoppen bij de Pindaya Caves, waar we heel veel buddha beelden zien. We wisten dat er veel beelden in een grot zouden staat, maar dit hadden we niet verwacht. Overal waren buddha beelden: hele grote, zeg maar twee tot drie keer zo groot als wij zelf, maar ook hele kleintjes. De hele druipsteengrot stond vol...niet te filmen zo veel! Nadat we daar een ons verstand vergaapt hadden en tussen de beelden gedoold hadden, brachten we nog een bezoek aan een parasolfabriekje. We kregen uitleg over de wijze waarop men hier papier maakt. Ook werd het onderste deel van de parasol door hen zelf uit bamboe gesneden, dus de bewegende delen waar je het mee openmaakt. Timo wilde van zijn eigen geld graag een paraplu kopen met een cotton doek, zodat hij deze mee naar school kon nemen als het regent. Grappig, ik zie hem al lopen!
We arriveren rond half 4 in Kalaw. We moeten hier nog een hotel regelen, want het hotel wat we hadden geboekt hebben we net voor onze vakantie thuis nog geannuleerd. (Met dank aan Lianne, die anderhalve week eerder al in Kalaw was.) 's Middags bij het eten overleggen we nog met een Nederlandse reisleidster uit de keuzes die we haar voorleggen. We gaan voor haar voorkeur, omdat de bedden er heerlijk zijn en omdat het centraal ligt in Kalaw. Zo op het eerste oog lijkt het een goede keuze, het ziet er netjes en schoon uit en de prijs is oké. En we hebben er ook nog Wi-Fi. Wel niet snel, maar het werkt!
In de avond gingen we eten. We bestelden het eten en zoals gewoonlijk werd de bestelling herhaald "I riepies", zei het meisje van de bediening, waarna ze alles ging herhalen. Groenten springrolls klonk alsof het een aardappel gerecht was geworden. (Lees: vegtables werd uitgesproken en klonk als potato). Uiteindelijk kwam het toch goed, we kregen precies datgene wat we besteld hadden, het smaakte goed en dat slechts voor €13 voor 6 personen! Zo goedkoop hebben we nog nooit gegeten en gedronken!

Trekking
Woensdag 17 juli
Om half 9 vertrokken we met een soort van tuktuk om een soft-trekking te gaan doen in de omgeving en naar de bergstammen rondom Kalaw, onder begeleiding van een best goed Engels sprekend meisje Kuku. In het allereerste dorpje kwam er luide muziek uit de luidsprekers. Er bleek een bruiloft aan de gang te zijn. Toen we uit een 100 jaar oud klooster gelopen kwamen, kwam de bruidegom naar ons toe en nodigde ons uit voor de bruiloft.
En dus zaten we enkele tellen later in een met ballonnen versierd huis en kregen groene thee, snoepjes en pinda's. De mensen waren helemaal vereerd met ons bezoek en we werden uitgenodigd om met hen te eten. Aangezien wij nog maar net van de ontbijttafel kwamen hebben we dit toch maar vriendelijk afgeslagen. We hadden wat kleine speelgoedjes meegenomen (surprise-ei speelgoed, wat stuiterballen, stickertjes, buttons en kleurpotloden). We wilden de aanwezige kinderen wat speelgoedjes geven, maar Kuku zei dat het beter was dit bij de school te doen, zodat alle kinderen ermee konden spelen. Dat is natuurlijk ook zo.  Dus vervolgden we onze weg naar de school waar we een gedeelte aan de juf gaven.
Daarna liepen we over een smaller pad tussen de rijstvelden en kwamen we bij een volgend dorpje. Hier gingen we op bezoek bij meneer Pau, een man van 82 jaar, met geen enkele tand in zijn mond. Toen hij 36 was kreeg hij tandpijn die doortrok van zijn hoofd tot zijn tenen en toen hebben ze al zijn tanden er maar uitgetrokken!
Hij was erg geïnteresseerd in ons en wilde, via Kuku, van alles weten en wij mochten natuurlijk ook van alles aan hem vragen. De tocht ging verder langs allerlei weilanden en boomgaarden. Als er mensen aan het werk waren, kwamen ze naar ons toe om te laten zien waar ze mee bezig waren en vaak kregen we daar wat van omdat ze ons een cadeau wilden geven. Bijvoorbeeld gember, om thee van te maken of enkele peren die meer op appels met een hard velletje leken. Erg aardig natuurlijk, maar helemaal niet nodig. En de mensen hebben toch al zo weinig...
Net na de middag kwamen we aan bij de Palaung, een stam met hele kleurrijke kleding, wonende boven op de berg. Veel huizen waren van steen, aangezien ze een aardig centje verdienden met de landbouw. Terwijl onze kok het eten aan het bereiden was, liepen wij nog wat rond in het dorpje. Een kleurrijk geklede vrouw was de kozijnen opnieuw aan het betimmeren, terwijl de peuters buiten aan het spelen waren. Ze stopten direct met hun spel toen ze ons zagen en 1 van de kindjes begon zelfs te huilen van schrik. Maar dat werd door Timo goedgemaakt met een soort van chipjes die voor ons als aperitiefje op tafel was gezet. Vervolgens ging de tocht veelal bergafwaarts en nog een stukje via een smal pad bergopwaarts. Aangezien Gerrit en Kay zich inmiddels niet helemaal lekker voelden was dit een grotere opgave dan normaal. Gelukkig stond daar de tuktuk weer klaar om ons naar het hotel terug te brengen. We eten een hapje bij de buurman Dream Restaurant en gaan dan vroeg naar bed. Van slapen komt het nog niet, aangezien er door de luidsprekers van het dorp uren lang gesproken wordt. Of is het zingen of preken? Wat en waarom, dat weten we niet...

Rust op het meer
Vrijdag 19 juli
Donderdag hebben we een rustig dagje in Kalaw gehad, omdat Kay en opa nog niet helemaal lekker waren. We hebben nog even over de markt gelopen. De 5-day market was toevallig in Kalaw. Altijd leuk om over een markt te struinen, niet zo zeer om het kopen, maar vooral om te kijken. Grappig is dat de mensen hier echt IN hun kraam zitten, dus niet erachter staan. Vanuit kleermakerszit, zittend tussen hun koopwaar, worden de groenten, of de vis afgewogen in een ouderwetse weegschaal met gewichtjes.
Momenteel zitten we op Inle meer. Dit meer is ruim 20 km lang en op zijn breedst ruim 5km. We rijden anderhalf uur vanaf Kalaw met de taxi en varen dan nog 3 kwartier op een boot naar ons hotel, wat zich op het meer bevindt. Onze hotelkamer is een authentiek ogend rieten huisje, met aan de binnenzijde van alle gemakken voorzien. Groot, luxe...heerlijk! Vanuit ons bed kijken we over het water en de bootjes die voorbij varen. Met een badkamer en een buitendouche! En Wi-Fi! Vanavond zullen we ongetwijfeld op het ruime balkon zitten met de vooraf ingekochte biertjes, wijn en cola. Nadat we lekker geluncht hebben in het restaurant, waar we eindelijk weer eens een gewone spaghetti kunnen eten, duiken we het zwembad in. De jongens genieten ervan. En wij ook!

De geheimen van het meer
Zaterdag 20 juli
Wat is het toch prachtig op het Inle meer. Vanmorgen werden we om half 7 wakker. Meteen maar even de gordijnen open geschoven en weer terug het bed in: even genieten van het uitzicht. Van de bootjes die voorbij komen, het kabbelende water...dat is nog eens lekker ontwaken! Ook het ontbijt is uitgebreid: Een heerlijk assortiment aan brood en broodjes, donuts, pannenkoeken, noedels en rijst, diverse soorten fruit, cornflakes etc.
Dan gaan we met een bootje mee: sightseeing op het Inle meer. We gaan eerst naar een echt authentieke markt. Diverse mensen van de omwonende dorpen komen hier naar toe om te kopen en te verkopen. De ossenkarren staan aan het begin van de markt, maar ook veel mensen komen met de boot. De kleurrijke mensen en koopwaar zijn een lust voor het oog en voor de fotocamera!
Ook de taferelen op en rond het water zijn een belevenis op zich. De Intha's, de bewoners rond het Inle meer, roeien met hun benen. Ze houden hun roeispaan geklemd tussen been en hand.
We vervolgen onze boottocht naar een Silk & Lotus weverij. Hier laten ze ons zien hoe men draad van de stelen van de lotusplant maakt. Wat ongelooflijk knap. Ook zien we hoe zijde en lotus geweven wordt.
Als we weer verder gaan, varen we langzaam door een palendorp. Kinderen rennen naar buiten. Gerrit en Annet hebben ballonnen en windmolentjes in hun tas zitten. Ze geven drie kindjes een ballon en vouwen ondertussen het molentje in elkaar. Het jongetje wat het molentje krijgt, volgt het voorbeeld van Annet en blaast als een gek tegen het molentje, wat vervolgens begint te draaien. Maar het nieuws gaat als een lopend vuurtje: binnen no-time zitten er wel 30 kinderen om ons bootje. Gelukkig hebben we redelijk wat ballonnen en molentjes en kunnen we de meeste bootjes voorzien van een kleinigheidje. Als we dan verder varen zien we in huisjes nog kindjes een ballon opblazen of een molentje op de voorkant van een bootje staan!
We gaan dan naar fabriekje waar ze cheroots maken, de Birmese sigaar. De dames rollen zo'n 1200 sigaren op een dag en krijgen daar 5 euro voor. We vervolgen onze factory-route naar een paraplu fabriekje. We lopen snel door het eerste proces heen, omdat we dit een paar dagen terug ook gezien hebben. Maar het bijzondere is dat hier een aantal longneck dames aan het werk zijn. En ook al zijn ze hier waarschijnlijk aan het werk gezet om de mensen te lokken, het is toch apart om te zien. Ook de ringen die ze om hun nek hebben, liggen erbij, zodat je kunt voelen hoe zwaar het is. Ondanks deze publiekstrekker kopen we er niets. Voordat we gaan eten bezoeken we nog een zilversmid. Wat een gepriegel allemaal, wat deze mensen kunnen maken van bijvoorbeeld een sieraad.
Als laatste varen we door de drijvende tuinen. Ze maken hier tuinen door een laagje aarde te verbinden aan moerasplanten. Daardoor blijven de tuinen drijven, en kunnen er allerlei groenten op geteeld worden. Via een enorme tomatenplantage komen we weer bij ons hotel. We duiken direct allemaal het zwembad in en terwijl de jongens nog druk zijn met het opduiken van flessen en andere spelletjes, drinken wij een drankje op de ligbedden. We hebben het zwembad voor ons alleen.


Somewhere under the rainbow
Zondag 21 juli
Onze bootsman stond weer netjes op tijd klaar. Deze keer voor een half dagje sightseeing. We begonnen bij een lokaal dorpje. Ook hier was een klein marktje aan de gang. Echter was dit meer een souvenir markt. Onze jongens konden allebei nog wat kopen van het geld dat ze gekregen hadden. Kay ging voor een klein, maar niet te duur beeldje van jade. Hij liet zijn oog vallen op een jaden kat. Natuurlijk moet er ook hier in Myanmar afgedongen worden op de prijs. En Kay...die kan dat helemaal zelf. Ik durf bijna te beweren dat hij dit het beste kan van ons allemaal. Het beeldje ging voor een habbekratsje mee! Timo wilde een vissersbootje van hout. Timo is hier wat minder goed in, omdat hij laat blijken het erg graag te willen hebben. Laat dat maar aan Kay over! En dus ging ook het bootje voor een habbekrats mee. Oh oh...wat was Timo blij met zijn bootje. Wij waren klaar op de markt, dus gingen wij de (grote) boot weer in. Voordat we konden gaan lagen we nog even stil. Timo zat helemaal achteraan in de boot en bedacht dat een boot wel zou moeten kunnen drijven. Jahaa...dat gaat...maar...o neeeee....we varen aan. "Mijn boot, mijn boot," riep hij nog. De bootsman had het door, dus hij zette direct de motor af. Met de peddel de boot in de teruguit. Maar ondertussen kwamen er ook wat andere boten langs. Gespannen keek Timo naar het stukje hout wat in het water dreef, een paar meter achter hem. Een paar minuten later waren we weer terug bij het bootje. De bootsman pakte het op, trots dat hij het weer teruggevonden had...maar helaas, er was een boot overheen gevaren...dus het bootje was gespleten. Dikke tranen bij Timo natuurlijk, maar we beloofde hem dat we de bootjes nog wel tegen zouden komen en dat we dan een nieuwe zouden kopen. En inderdaad, bij de volgende stop, lukte dat ook! We stopten bij een plaats waar de oorspronkelijke bewoners, de Intha's wonen. Vanzelfsprekend had men hier ook door dat toeristen souvenirs willen, dus dezelfde koopwaar als eerder lag hier weer tentoongesteld. Het bootje werd weer geregeld en de jonge marktkoopvrouw moest het dit keer alleen opnemen tegen de afdingkunst van Kay, want we hadden Timo opgedragen niet te laten blijken dat hij het bootje graag wilde. Vastberaden liep Kay weg, naar de volgende kraam. En...warempel, hij kreeg het bootje mee, voor nog minder dan de vorige! Voor de zekerheid bleef de boot voorlopig bij Christ'l in de tas. We vervolgden onze weg langs de palendorpen, zwaaiend mensen en de tomatenplanten. In de verte zagen we al wat vissers aan het vissen. Heel langzaam gingen we op de drie vissers af. We bleven liggen met onze motor uit, zodat we de vistechiek konden aanschouwen. Staande op de punt het teakhoutenbootje, roeien de vissers met een been terwijl ze met hun handen de visnetten binnen haalden. De visser die het dichtste bij ons stond, riep telkens heel trots "fish" als hij een vis in zijn net had zitten. Het was een mooi tafereel om te zien. Ondertussen probeerden Kay en Timo met hun zelfgemaakte vishengel te vissen. Echter zonder resultaat.
Hierna gingen we nog kijken bij een werkplaats waar ze teakhouten boten maken. Ze doen met 5 man één maand over het maken van een boot en deze kost dan 2500 USD. Voor 1000 dollar meer heb je een motor erbij. Knap werk hoor!
Daarna gingen we terug naar het hotel, zodat we nog even konden zwemmen. Rond de klok van half 5, begon het wat te miezeren. Toen we terug liepen naar ons huisje werden we getrakteerd op een enorme regenboog. Zo fel hebben we een regenboog nog nooit gezien! Aan de linkerkant schenen de felle kleuren op een huisje op de oever en ook aan de rechterkant werd bijna een huisje belicht. De regenboog boog over het Inle Meer...
En de regen? Die was van korte duur! Het werd langzaam donker met een schitterende zonsondergang...alsof er geen regen was geweest.
 


Poco local
Maandag 22 juni
Vandaag stond gepland als zwem- en relaxdag. Gewoon lekker niks doen. Gisterenavond is echter het plan gekomen om nog even dollars te wisselen in Nyaungh shwe. We konden om half 9 met de local passagiersboot mee. Dit is eenzelfde boot als de teakhouten toeristenboot, maar dan zonder stoeltjes. Op een toeristenboot kunnen maximaal 6 personen zitten, maar op de passagiersboot kan meer mee. Geen probleem voor ons, wij zijn wel in voor een avontuur! En terwijl opa en oma op de kids passen (het is tenslotte maandag), varen Bas en Christ'l richting het vaste land. We zitten, samen met slechts 5 locals, op bamboe kleedjes. Prima te doen. Naast ons is een jongen komen te zitten. Hij biedt ons meteen koekjes aan, die we vriendelijk afslaan. Hij blijft vol bewondering kijken, waarschijnlijk vindt hij het erg leuk om naast ons te zitten. Uiteindelijk pakt hij een schriftje en vraagt in zijn beste Engels of we onze namen willen opschrijven. Hij zegt ze na en schrijft dan zijn eigen naam. Dan corresponderen we waar we vandaan komen etc. Zijn Engels is niet zo goed en hij besluit zijn biologieboek te pakken. De uitleg hierin is in het Birmees en in Engels. Ja, dat kunnen wij wel lezen! Als we er bijna zijn, stopt de boot ineens met varen. De boot werd naar de kant gepeddeld. Er was iets met de schroef. Ondertussen bleven wij maar zitten. Na een minuut of 10 is het gerepareerd en varen we nog 5 minuten.
We stappen uit en lopen regelrecht richting de KBZ bank. Maar die blijkt gesloten, omdat het Full Moon Day is. Hebben wij dat! Maar gelukkig worden we verwezen naar een klein loketje aan de overkant van de straat. Daar zit de moneychanger van de KBZ bank. Het wisselen is zo gepiept en de koers is prima! Overigens kun je tegenwoordig ook heel goed Euro's hier wisselen. Beter zelfs nog, omdat je in Myanmar geen transactiekosten betaalt.
We drinken even een drankje en gaan dan naar de supermarkt om inkopen te doen en lopen langs de travel agency die ons morgen zal komen halen om naar het vliegveld te brengen. Omdat het inmiddels half 12 is, eten we een hapje. Een heerlijk stokbrood met frietjes als decoratie!
Ondertussen op ons resort zijn Gerrit, Annet, Kay en Timo ook gaan eten op de lounge set aan het water. Met de laatste restjes nog op het bord, keken ze naar het water, want er kwam een boot aan. Maar het waren niet Bas en Christ'l, maar een boot met wel 35 tot 40 kinderen aan boord en een monnik. De monnik overlegde het één en ander met de hotelstaff en na druk overleg, mochten de kinderen uit de boot. Eén voor één, netjes in een rijtje, kwamen uit de boot gestapt. De monnik had opa en oma horen praten en hij dacht dat we Duitsers waren. Nadat de monnik alle kinderen iets toegefluisterd had, riep de hele groep schoolkinderen in koor "Guten Tag". De monnik kwam naar ons toe en legde het doel van het bezoek van de kinderen uit in perfect Engels. Dat had hij geleerd op de missieschool. Hij wilde met het bezoek laten zien, wat je kon bereiken door goed te je best te doen en de talen te leren. Vooral de jongere kinderen keken hun ogen uit, waarschijnlijk omdat ze nog nooit een blanke gezien hadden. Vervolgens kregen de kinderen nog een rondleiding door het hotel en kregen allemaal spaghetti te eten. Waarschijnlijk was het voor vele ook de eerste keer dat ze met bestek moesten eten. De kinderen waren duidelijk heel erg onder de indruk van al die luxe.
Inmiddels lopen Bas en Christ'l weer terug naar de plek waar we uit de boot zijn gestapt, het kanaal waar de local bootjes liggen. Daar is helaas op dit moment geen bootje te bekennen. Dan nog maar een stukje verder lopen, want om de hoek liggen de toeristenboten weten we. Maar daar kunnen we niet komen, het pad eindigt bij het water. Als we teruglopen, vragen we aan iemand of hij weet of er toevallig een boot komt. "No boat, come...come", praat hij in gebrekkig Engels. We moeten binnenkomen in een soort van winkeltje. Aan een tafel met hele kleine krukjes zit een man te eten. "Yes boat", zegt de man die ons er naar toe gebracht heeft. Deze man verhuurt inderdaad boten. Maar wat een wonder: volgens deze man zijn er helemaal geen passagiersboten rond deze tijd. We kunnen wel weggebracht worden maar dat kost 15.000 kyat (12€). Dat gaan we niet doen, want ons hotel vraagt hier al minder voor! Als we weglopen, doet hij niets van de prijs af en roept ons ook niet terug. Zijn wil om vandaag iets te verdienen is niet erg groot. Die van ons om per sé mee te gaan ook nog niet; we kunnen nog altijd terug. Weer buiten pikt de zon inmiddels stevig. Ook hier is het zo'n 34 graden. We lopen naar een bruggetje en vanaf daar kunnen we op het water kijken. Er komt net een boot aan, dus daar lopen we vlug op af. Eerst alle mensen er uit en dan proberen we onszelf snel richting bootsman te verplaatsen. Als we bij hem staan noemt hij de naam van ons hotel al!!! Goh...men weet hier al waar we naar toe moeten. Nu vallen wij hier natuurlijk ook wel op, want hier staat geen enkele toerist. We kunnen mee, maar we moeten nog een uurtje wachten, want er moet nog e.e.a. geladen worden. We besluiten ons te verplaatsen naar een cafeetje, waar we even uit de zon een drankje kunnen drinken, het liefst dichtbij zodat we af en toe op en neer kunnen lopen of we het allemaal wel goed begrepen hebben. Het cafeetje waar we binnen gaan is er één die de boeken in kan: Er zitten een stuk of 15 mannen gespannen naar een Tv’tje te kijken. Ze kijken niet op als we binnen komen en gaan zitten op de roze plastic stoeltjes die inmiddels grotendeels wit zijn verkleurd. We bestellen wat te drinken. Het zit in flesjes en als het dat niet gedaan had, hadden we het ook niet opgedronken. Het is een tentje waar de schoonmaker waarschijnlijk alleen komt om een biertje te drinken en televisie te kijken. Er staan spullen die er ogenschijnlijk al een paar jaar staan, zoals een generator en een gasfles, helemaal onder het stof. Er hingen 2 veel te korte gordijntjes opgebonden in het midden voor de stoffige ramen, waar kippengaas voorzat in plaats van glas. Achter in de zaak was een offerplaats gemaakt met veel tierlantijntjes, glitter en lichtjes. Ongetwijfeld ook flink onder het stof. Maar zo ver zijn we de zaak maar niet ingelopen. Wat een tent zeg. Maar goed, het zit dichtbij de kade en we zitten even uit de zon. We lopen nog 2x op en neer om te checken of de boot niet toch toevallig al klaar is voor vertrek. Nee, we moeten nog wachten. Eigenlijk zijn we er inmiddels al behoorlijk klaar mee om te wachten. Het is te heet en echt geweldig zitten we niet in dit stoffige local café. Maar om kwart voor 2 komt de bootsman ons uit het cafeetje halen. Ready to go! Gelukkig niet op een volgeladen boot, maar we mogen op een bootje samen met 6 vrouwen en een kindje. Omdat het zonnetje schijnt doen wij zoals de locals doen: de paraplu gaat uit, niet omdat het regent, maar om onder te zitten als bescherming tegen de zon. Onderweg worden we al direct getrakteerd op cake: Myanmar is het land van delen. Ook al hebben ze zelf niet veel. Omdat we het moeilijk vinden om dit aan te nemen, slaan we het ook deze keer af. We worden weer 'ondervraagd' door onze buurvrouw. Met slecht Engels en wat handen en voeten werk. Toch altijd weer leuk!
Als we uiteindelijk bij ons hotel aankomen, staan Gerrit en Annet al op ons te wachten! Welkom thuis, haha!
Aan het zwembad worden de verhalen van de dag nog uitgewisseld.


Christus en Party in Singapore?
Dinsdag 23 juli
Een reisdag, dus dan zijn er altijd minder verhalen te vertellen. Of toch niet?
Aangezien we een middagvlucht hadden naar Mandalay konden we nog lekker rustig aan doen. Lekker uitgebreid ontbijten, deze keer naast de donuts en broodjes deze keer zelfs met heerlijk stokbrood! Rond de middag werden we opgehaald met de boot. En na een heerlijk, laatste tochtje op het Inle Meer, kwamen we aan in Nhaungh Shwe. Daar hebben we nog even rondgelopen en daarna met z'n allen pizza gedeeld voor de lunch, waarna we met de taxi richting vliegveld van Heho werden gebracht. Bij het vliegveld stond weer een mevrouw op ons te wachten, die ons begeleide naar de incheckbalie. Niet dat het zo moeilijk te vinden is, want zoveel incheckbalies zijn er niet. Dan door de scan, nog even wachten tot onze vlucht vertrekt. Als er een vliegtuig aankomt, landt dat zo dichtbij de wachtruimte, dat het -bij wijze van spreken- nog net niet naar binnen rijdt!  De mensen en de bagage gaan er uit en alles wordt met de hand en op een karretje gelegd. Ondertussen staat de nieuwe bagage al klaar. Een ander mannetje komt de deur door en roept "flight ~ to Mandalay: ready for boarding". Bij de deur laat je je kaartje zien en dan loop je naar het vliegtuig. Trapje op en gaan zitten waar je wilt: Alsof je met de bus reist.
De vlucht met het propellervliegtuigje verloopt weer prima. We krijgen nog wat te drinken en snoepjes en dan wordt de landing alweer ingezet. Het vliegveld van Mandalay is wat groter. We worden met de bus van het vliegveld naar de terminal gebracht en binnen verschijnen onze koffers zowaar op een band!
En dan staat Mr. Ben voor ons klaar. Mr. Ben is onze chauffeur voor de komende dagen. Hij spreekt goed Engels, of beter gezegd lijkt het meer op Amerikaans. Tijdens de rit naar Mandalay vertelt hij al van alles over Mandalay, maar ook wat hij weet over Nederland.  Ook diverse voetbalnamen passeren de revue. Hij had natuurlijk ook al de voetbaltenues van Kay en Timo gezien! Nu was er heel toevallig een finale aan de gang in Mandalay van de voetbalsport zoals ze dat in Myanmar beoefenen: het hooghouden van een rieten bal. Als we wilden konden we daar wel even gaan kijken. Ja, natuurlijk willen we dat wel! En dus stonden we een half uur later te kijken. Het gebouw was een soort van stenen circus, met in het midden een ronde piste waar de voetbalspelers hun kunstjes beoefenen met het hooghouden van de bal op verschillende manieren. Wat een kunstenaars! Als we even gekeken hebben, gaan we naar het hotel. Maar eerst nog door het drukke Mandalay, met z'n 300.000 scootertjes. Wat een hectiek! Maar dan rijden we de poort van ons hotel door...en komen dan in een oase van rust. "Nondekannonne" horen we vanaf de achterbank, "zijn we in Singapore ofzo", vraagt Timo zich hardop af.
We krijgen een sapje van het huis en checken in.
Op een bord staat zelfs "A special welcome to Mrs. Christs Van & Party", haha! Mevrouw Christus is in the house, yeah!
We frissen ons even op en gaan dan eten. Bij de receptie zeggen dat we links en dan rechts moeten om wat te kunnen eten. Maar aan die kant zien we niets. Het is inmiddels al schemerig en we hebben niet zo'n zin om eindeloos te lopen in deze drukke stad. We herinneren ons de naam van V-café, uit het reisverslag van Lianne. Dus dat vragen we even. We blijken in de buurt! Dat is fijn. 3 blokken verder ligt het! We eten er hamburger met frietjes, een flinke portie voor slechts €1,50 per persoon. Als we teruglopen is het inmiddels helemaal donker. Maar het zwembad van het hotel is tot 22 uur geopend. En dus gaan we nog even zwemmen. Tot groot genoegen van Kay en Timo. Maar ook voor onszelf. Even heerlijke afkoeling na een zwoele dag!
Sightseeing Mandalay
Woensdag 24 juli
Ook hier weer een uitgebreid ontbijt. Alleen het broodbeleg in Myanmar begint inmiddels wel een beetje te vervelen: jam of ei. Gelukkig kunnen we wel variëren met het brood, croissantjes, cornflakes of muesli.
Na het ontbijt staat Mr. Ben voor ons klaar. Als eerste gaan we naar de Mahamuni Buddha Image. Tijdens zijn leven, zo gaat het verhaal, heeft Buddha in eigen persoon dit beeld leven ingeblazen. Daarom is dit een zéér heilige plek. Het beeld is rondom 17 cm dikker geworden sinds 1900, toen de eerste goudblaadjes op de romp van het Buddha beeld geplakt werden. Gerrit, Bas, Kay en Timo gaan hier ook een blaadje goud opplakken. Maar eerst krijgen Gerrit en Bas een longhi te leen. Dat is een rok voor mannen, waar hier nagenoeg elke man in loopt. Voor de kinderen is het niet nodig om een longhi aan te hebben. Vrouwen mogen niet dichtbij de Buddha komen, dus Christ'l en Annet moeten vanaf een afstand toekijken, hoe de heren een flinterdun blaadje goud opplakken. Het is nog dunner dan vloeipapier. En toch is de romp al zoveel dikker geworden! De contouren van zijn hand zijn nog maar nauwelijks te herkennen!
We gingen door "Marble Street", waar beelden gemaakt worden van marmer. Helemaal spierwitte marmer. Duizenden beelden stonden er al klaar en vele waren in de maak. De hele straat keek wit, zelfs op de bomen zat wit stof. De meeste beelden waren voor leveringen in Myanmar, maar ook Zwitserland was een grote afnemer.
Via de oude stad Amarapura gingen we naar het Mahagandayon klooster. Toen we aankwamen stonden er al honderden monniken in een rij voor de laatste maaltijd van de dag. Héél indrukwekkend. Telkens sloten er meer aan, in verschillende leeftijden. In het klooster wonen ongeveer 1000 monniken. Als ze de opleiding 3 jaar gevolgd hebben, mogen ze zichzelf officieel monnik noemen. Aan het einde van de rij krijgen ze rijst opgeschept uit een hele grote pan. Een paar passen verder krijgen ze er nog wat bij; wat groenten en saus. Dan gaan ze zitten eten aan lage tafeltjes met krukjes. Een aantal monniken probeert nog wat Engels te oefenen, door met ons te praten.
We gaan verder naar de U-bein bridge. De voetgangersbrug is met ruim 1,2 km de langste teakhoutenbrug ter wereld. De ruim 200 jaar oude brug is vernoemd naar de burgemeester die U-Bein genoemd werd, wat "smal" betekend. We lopen er overheen en gaan even zitten op één van de bankjes om te kijken naar de mensen die voorbij lopen. Of een verroeste fiets die over de houten plankjes hobbelt. We drinken nog wat aan de waterkant.
Dan gaan we naar Sagaing Hills, wat met zijn 600 pagodes en 500 kloosters het religieuze centrum van Myanmar genoemd wordt. De kloosters bieden huisvesting aan zo'n 6000 monniken en nonnen, en dat is duidelijk te merken, want overal zien we ze lopen: de monniken met hun oranje-bruine gewaden en de nonnen in het roze. Zowel de mannen als de vrouwen zijn kaal geschoren. Vanaf Sagaing Hills heb je een mooi uitzicht over de stad en de rivier. We bezoeken een paar pagodes. Bij de tweede pagode zit een stel monniken chips te eten in de schaduw. We vragen of we foto's van ze mogen maken. Dat mag. We lopen verder. Als we voorbij de monniken zijn, roepen ze ons terug. Of we met hèn op de foto willen. Ja hoor, geen probleem. En dus gaan we -voor de zoveelste keer deze vakantie- op de foto met wildvreemden. We laten ook met ons toestel nog een foto maken, altijd leuk toch! Broedend op een paar woordjes Engels zie je ze denken. "Tenk joe mister" en "bye bye" en eentje kent zelfs "See you". Ze glunderen van oor tot oor. Mr. Ben vertelt daarna in de auto dat de mensen ons hier zien als een soort van Hollywood filmsterren. Dit komt door onze uitstraling en omdat we allemaal zo goed Engels spreken. En dan worden we ook nog rondgereden door een chauffeur! Engelse les krijgen ze hier niet echt op school. Ben heeft het geleerd door veel tv films en internet filmpjes te kijken en zinnen na te spreken. Maar het meeste heeft hij nog geleerd van het spreken met toeristen. Tjonge...dat is nog eens echt petje af hoor! Want het blijft niet bij basiswoorden Engels: hij spreekt het echt goed en kan ook ontzettend goed vertellen!
Rond half 5 zijn we weer terug bij het hotel, zoals we ook wilden. Gerrit gaat nog voor € 1,25 zijn haren laten 'knippen' en daarna gaan we met z'n allen zwemmen. Het zwembad is hier een oase van rust, midden in de stad. Het is alsof we ineens niet meer midden in de stad zitten. Het doet ons denken de sfeer van ons hotel in Phnom Penh!


"Ouw grei"
Donderdag 25 juli
Vandaag zijn we naar Mingun geweest. Mingun bereik je met de boot en de boot waar wij mee mochten, was waarschijnlijk ouder dan wijzelf. Om er op te komen, werden er loopplanken uitgelegd. Maar ja, een loopplank heeft geen leuning waar je je aan vast kan houden, dus hoe los je dat op? Met bamboe en twee mensen die het stuk bamboe vasthouden. Eentje bovenaan en eentje onderaan! Geweldige oplossing! Na een boottocht van een uur komen we aan in Mingun. Ossenkarren stonden al klaar om vermoeide reizigers rond te toeren door het plaatsje. Maar wij gaan lopen. Want we willen als eerste naar The Home for the Aged People. We komen langs een zeer oude pagode, die ooit bedoeld was de grootste ter wereld te worden. Door het overlijden van koning Bodawapaya is hij echter nooit afgebouwd. We vervolgden onze weg naar de Mingun Bell, de grootste, hele gegoten bel ter wereld, die kan luiden. De bel in Moskou is groter, maar daar is een stuk van af.
Dan gaan we naar The Home for the Aged people.
De high light van de dag!
Een katholieke Birmese zuster heeft dit tehuis ooit opgezet voor bejaarde mensen die zelf geen kinderen hebben die voor hen kunnen zorgen. De zuster zelf, die een persoonlijkheid op zich zou zijn geweest, is helaas een paar maanden geleden overleden. Het huis is volledig afhankelijk van donaties en niets wordt door de overheid gesubsidieerd.
We hebben onze tas vol met zeepjes, tandenborstels, kammen, shampoo, scheermesjes en zelfs kleine parfumflesjes. Een groot deel daarvan hebben we telkens meegenomen in de hotels die we tot nu toe hebben gehad. Maar ook vanuit Nederland (met dank aan Susan)! Ook geven we wat T-shirts af. De mensen zijn erg dankbaar. Van vele krijgen we een lachende, dankende blik. Er zijn mannen bij van 91 en 92 jaar! Eén van de 2 heeft een beetje het uiterlijk van een lachende, tandeloze Smeagol van Lord of the Rings, haha! Grijze, kale, tandeloze, maar blije mensen. Ook de dames zijn in hun nopjes met al die lekkere zeepjes en geurtjes. Een aantal mensen begint spontaan te bidden voor ons, als we de kleinigheden afgeven.
We nemen afscheid van de dankbare mensen en vervolgden onze weg naar de White Pagoda. Onder begeleiding van een muziek- en dansgroep, die de volumeknop wel wist te vinden, beklommen we deze witte pagode met haar vele mooie doorkijkjes.
We besluiten dan terug te gaan met de ossenkar. Ook een belevenis op zich, met de hele familie op de hobbelende kar door het zand.
Na een boottocht van wederom een uur, zijn we weer terug in Mandalay. We hebben inmiddels aardig honger en eten in een soort van broodjeszaak! Dat is lekker! Daarna brengen we nog een bezoek aan werkplaats waar ze goud plat slaan tot flinterdunne blaadjes. Wat een werk! Urenlang moet er met een zware hamer op de blaadjes worden geslagen om ze steeds platter en dunner te krijgen. Vervolgens worden er goudpakketjes van gemaakt. Deze worden gebruikt om tempels en beelden meer te versieren. Bijvoorbeeld zoals de mannen dat gisteren ook gedaan hebben. Het wordt ook gebruikt voor medische doeleinden. Hierna zijn we nog naar een werkplaats voor houtsnijwerk gegaan. Wouw! Hier stonden grote beelden! Ongelooflijk! Sommige beelden zijn zo'n bijna 3 meter lang en een halve meter breed. Vervaardigd uit een hele boom! Knap gedetailleerd werk. Hierna wilden we nog lekker aan het zwembad liggen! Als afsluiting van Mandalay eten we weer bij V-café.


Brits schuldgevoel
Vrijdag 26 juli
De laatste ochtend in dit lekkere hotel met zwembad in Mandalay. Met Mr. Ben op weg naar Pyin oo lwin, via een bochtige maar mooie weg. Maar eerst stoppen we nog bij een bloemenmarkt. Op het eerst oog simpel, maar als we dan een stukje verder lopen is het één grote bloemenzee. Vooral de chrysant is rijkelijk vertegenwoordigd en vele kleuren. Vrouwen met pakken bloemen in hun armen, of mannen met bòssen achterop de brommer gebonden. We vervolgen onze weg en ondertussen verteld Mr. Ben weer van alles. We hebben het ook over de veranderingen in Myanmar. Mr. Ben vertelt over Aung San Suu Kyi, de  leidster van de geweldloze beweging voor mensenrechten en inmiddels politica van de'National League for Democracy' (NLD). "The Lady is very, very powerfull", de veranderingen in dit land zijn eigenlijk vooral aan haar te danken. Bijna elk huis heeft hier ook een foto van haar en vaak ook van haar vader Aung San, die destijds voor de onafhankelijkheid van Birma streed, toen het nog in handen van de Britten was. Sinds de vrijlating van Suu Kyi in 2010 is er véél veranderd.
Rond 11 uur zijn we al bij in Pyin oo lwin. Na het droppen van de bagage in hotel Aster, gaan we naar een weeshuis. Het weeshuis wordt gerund door een monnik en zonder steun van de overheid. Als we komen zijn ze net aan het eten. De monnik gebaard ons dat we op een matje moeten komen zitten bij hem. Mr. Ben vertaalt het één en ander.
De monnik is vereerd met ons bezoek. Hij is erg goedlachs. Wat een vrolijke man! Met een gulle, luide lach probeert hij contact te maken met Kay en Timo. Enigszins lomp in zijn bewegingen is hij wel. Goedbedoelt weliswaar. We krijgen thee, koekjes en pinda's tussen ons ingezet op de mat. We laten zien wat we meegenomen hebben: jongens- en meisjeskleding, knuffeltjes en een paar leren ballen.  En natuurlijk de molentjes die Gerrit en Annet meegenomen hebben. De ballen worden door Gerrit opgepompt. We hebben speciaal een paar fietsventielen meegenomen, zodat ze hier in Myanmar gemakkelijk zelf kunnen oppompen. Kay moet even wat kunstjes laten zien met de voetbal. De monnik geniet ervan! Inmiddels zijn er veel kinderen naar de monestry gekomen. De monnik kiest een paar kinderen uit en die krijgen allemaal een kledingstuk. Wat erg. We kunnen ze niet allemaal wat geven...dit zijn te veel kinderen. Toen we dat in Yangon deden was dat een stuk slimmer, toen lieten de leerkrachten de kids één voor één komen. We hebben ook oude keepershandschoenen en laten zien waar ze voor dienen. De monnik roept vanachteren een jongen naar voren. Hij krijgt de handschoenen en mag meteen laten zien wat hij er mee kan: Jawel hoor, dit is een talentje. Als hij in een ander land had gewoond en de kans zou krijgen om training te krijgen, zou dit misschien wel eens een goede keeper kunnen worden. We geven de rest van de kleren en de spullen aan de dankbare kindjes. Er blijven nog veel kindjes met lege handen over. We geven de monnik ook de shampoo, zeep en tandenborstels van de laatste hotels. Die kan hij dan zelf verdelen. We kijken nog wat rond en gaan dan. Het is stil in de bus. Ook Ben is onder de indruk. Hij vindt het geweldig wat we hebben gedaan. Maar wij voelen ook schuldgevoel, dat we niet àlle kinderen iets hebben kunnen geven. Als ik dit had geweten had ik nog wel een tas méér mee willen nemen. Er waren vast nog meer mensen die wel wat kleertjes over hadden gehad. Van de andere kant: we hadden al 19 kilo aan kleding en speelgoed meegenomen om te doneren. Als we het terrein afrijden, komt ineens het keeptalentje te voorschijn: met keepershandschoenen aan!
Met onze gedachten nog bij de weeskindjes, rijden we door het stadje wat ooit opgezet is als plek voor de militairen om te ontsnappen aan de warmte en hectiek van Birmese steden. Wij rijden langs oude Britse landhuizen, kerken en herenhuizen. Mooie, grote huizen, maar soms ook wat vervallen, zodat ze lijken op een spookhuis. We rijden een stukje rond in een echte paardenkoets, die hier nog rondrijden. De paardenkoets is oud. We zwaaien naar de mensen langs de weg alsof we in de gouden koets zitten! Als we het rondje gemaakt hebben, rijden we nog langs wat mooie gebouwen. Heel veel gebouwen zijn inmiddels omgebouwd tot hotel. Het stadje ademt een koloniaal verleden uit. We rijden ook nog langs een koffieplantage. Het is hier wat koeler dan in Mandalay en blijkbaar is dat een goed klimaat voor koffie. Het voelt hier ook koeler aan. Als we terug zijn bij het hotel, geeft de temperatuurmeter 28 graden aan. En dat terwijl wij dachten dat het een stuk kouder was! Dat het koeler aan voelt dan het is, komt omdat we op ruim 1000 meter hoogte zitten. In onze mooie bungalow nemen we een frisse douche en kijken daarna naar de moto-GP van Amerika, ook dàt kan in Myanmar. Hoe groot kan het contrast zijn!! Mr. Ben, heeft nog een verassing voor vanavond, Birmees eten aan een mooi meer, midden in dit heel leuke stadje, wat het Brits koloniaal verleden uitademt... "Djeng kaun dè"


Hoogtepunt
Zaterdag 27 juli
Vandaag reisden we af naar Monywa, "off the beaten tracks".
We moeten bijna weer terug naar Mandalay, iets wat mij vooraf niet helemaal duidelijk was geworden. Dit is blijkbaar sneller volgens Mr. Ben. Voor de kinderen heeft Ben een film met Nederlandse ondertiteling aangezet! Wat een service hè. Eerst is het bosrijk, daarna de rijstvelden en diverse gewassen, dan een bananengebied en tenslotte verandert het in een droog, zanderig gebied met rieten huisjes, dat een meer doet denken aan een Afrikaans land dan aan Azië. En dan ineens doemt ie op: een grote gouden Buddha van 127 meter hoog, staande op een heuvel. Als we dan verder rijden zien we ook de grote liggende Buddha, waarvan de lengte ook zo'n 100 meter is. Letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt!
Dan rijden we naar Monywa. We eten wat en dan checken we in in ons hotel. Kay, Timo en Christ'l blijven bij het hotel, om lekker te zwemmen. Het hotel is hartstikke mooi en schoon.
Gerrit, Annet en Bas gaan naar de grotten. In de grotten zijn oude schilderingen te vinden en gedetailleerde buddha-beelden. Erg indrukwekkend, maar de apen (men zei dat er 700 apen leefden), waren doodeng. Een kaartenverkoper, die constant met hen mee liep, joeg de apen weg met een paraplu.  Volgens Gerrit heeft het wat van Petra in Jordanië weg, maar dan minder hoog.
‘s Avonds gingen we eten in het restaurant. Onze chauffeur Mr. Ben, ging ook mee. Al vanaf de eerste dag had hij het over voetbal gehad. Hij was lyrisch over Nederlands voetbal. Laat Gerrit nu net een (nieuw) shirt meegenomen hebben van Het Nederlands Elftal, om af te geven als donation, omdat het hem helaas te klein is. We hadden besloten om dit aan Ben te geven, aan deze geweldige chauffeur, die zo goed kon vertellen in het Engels. Het blijkt een schot in de roos. Hij is zó blij...zelden iemand zó blij gezien! Hij had tranen in zijn ogen, want dít was in Myanmar niet te koop! Fijn, om een bijzonder iemand hier zo blij mee te kunnen maken!


Afscheid
Zondag 28 juli
Eigenlijk hadden we besloten om eerst met de taxi naar Pokkuku te gaan en daarna met de boot naar Bagan. Overal staat namelijk beschreven dat dit dè manier is om naar Bagan te reizen. De boottrip duurt twee en een half uur. Bij navraag bij Mr. Ben blijkt dat de rit van Pokkuku naar Bagan slechts 45 minuten duurt. En...het kost ons niet eens iets extra! Die keuze is dus niet zo moeilijk.
Onderweg stopt Ben natuurlijk nog op een paar mooie plekjes. Als eerst stoppen we bij een pindabranderij. De dames waren erg vereerd met onze komst en tijdens het zware (hete) werk, giebelden ze er op los. We kochten nog een kilo gewone vers gebrande pinda's en een kilo 'soort van borrelnootjes', elk voor 1000kyat (momenteel 75 cent per stuk).
Daarna reden we door naar wat wij Buddha Land hebben gedoopt. Het tempelcomplex had wat Efteling-achtigs. À la Carrousel. Overal kleine poppetjes in felle kleuren. Totaal zouden er een half miljoen Buddha beeldjes staan, naast alle andere poppetjes.
We bezoeken ook nog een Thanaka markt. Thanaka is de traditionele make up die hier gedragen wordt. Stukje boomstronk worden op maat gezagen en dan wordt er een soort van schaaltje nat gemaakt, waarop ze het stronkje ronddraaien. De crème die dan ontstaat, smeert met hier op het gezicht. Ook wij mogen ruiken, voelen èn smeren. Het blijkt erg verkoelend en we snappen meteen waarom men dat gebruikt.
Nadat we nog een hapje eten onderweg komen we om half 2 aan bij ons hotel in Naungh U (Bagan). In plaats van het gebruikelijke welkomstdrankje, krijgen we een heerlijk bolletje ijs. Dan moeten we afscheid nemen van Mr. Ben, die zichtbaar aangedaan is, wat vervolgens ons ook erg ontroerd.
We krijgen 2 triple rooms. Wat een upgrade is, omdat we een double room zouden krijgen met extra bed. Prima toch, want deze zou ook nog wat groter zijn! De douche bij Bas en Christ'l stinkt wel enorm, maar we besluiten alles een keer goed door te laten lopen en de putjes dicht te maken. We maken ook maar meteen gebruik van de extra tijd en duiken het zwembad in.  Het is heerlijk weer!
‘s Avonds huren we 4 fietsen voor 3 dagen voor minder dan een euro per fiets per dag (14000Ks) nadat Kay weer weet af te dingen!
Als we 's avonds terug komen bij net huisje stinkt de badkamer zo erg, dat Bas ervan moet overgeven. Housekeeping maar even laten komen en inderdaad alles ruikt weer fris...voor even! Want als wij later naar bed gaan, stinkt het weer enorm en we besluiten onze tanden maar buiten te poetsen. De bloemen zullen het vast niet erg vinden om een keer een beetje water met een smaakje te krijgen! We slapen heerlijk, want de geur blijft tot de badkamer beperkt.
Fiets'm d'r uit!
Maandag 29 juli
Ook de nacht had geen verandering gebracht aan de afgrijselijke geur in de badkamer van huisje 007. Dus maar meteen even naar de receptie. Overmorgen was er een driepersoonskamer vrij, dan konden we wisselen. maar daar gingen wij natuurlijk niet mee akkoord. Er waren wel double rooms waar een extra bed bij gezet kon worden. "Alles liever dan in dat stinkhok!". En dus konden we na het ontbijt overhuizen naar een tweepersoonskamer, met een frisse badkamer. Hè wat fijn. Qua grootte is hiet niet eens zo heel veel kleiner!  Na de overhuizing sprongen we enthousiast op de fietsen. Op naar de tempels. De temperatuur was al aardig hoog, dus het zweet vloeide rijkelijk. Gerrit en Bas hadden het ook nog extra zwaar, want die hadden de 2 jongens achterop. Voor Timo's lengte zijn er namelijk geen fietsen te huur en dus besloten de heren ze allebei achterop te nemen. Onderweg waren we al een paar keer gestopt: Het weer was zó drukkend en benauwd. Bij de eerste tempel hadden we al gelijk geluk: Hier kon je opklimmen! Je keek er uit over de tempels! We bezochten nog wat andere tempels. Rond de middag gingen we weer naar huis. Dat hadden we vooraf al besloten, zodat we niet op het heetst van de dag in de zon zouden fietsen. Inmiddels waren Gerrit en Annet ook al enigszins bevangen door de warmte. Aangezien het nog best wel een eindje terugfietsen was, besloten zij met een taxi te gaan. De vriendelijke mensen die als gidsen bij de tempels aan het werk waren, belden met het hotel en voor de fietsen zou worden gezorgd, die kwam het hotel ophalen. Wat een service.
Ondertussen had Kay besloten dat hij wel kon fietsen, dus uiteindelijk bleef er nog maar één fiets achter. Die stoere vent fietste zomaar even terug naar het hotel. Onderweg nog maar even stoppen voor een lekker ijsje bij de supermarkt en we eten broodjes in de bakkerij van het hotel. Kay eet zich klem aan de "cheese puff", een soort van kaas-bladerdeeg broodje welke omgerekend zo'n 15 cent kost. Hij eet er 5! Ook Timo smult hiervan, maar neemt ook nog een heerlijke roze donut. Ze genieten ervan om weer een keer een lekker broodje tussen de middag kunnen eten. Bij de receptie informeren we nog even naar de fiets, want die staat er niet. Logisch eigenlijk, ze hadden de fiets niet opgehaald omdat we de fiets niet bij hen gehuurd hadden. Maar ze wilde wel even bellen naar het bedrijf. Dus nummer afgegeven. De receptie belde op en alles was geregeld: de fiets werd opgehaald door het verhuurbedrijf. Het zou alleen dan niet bij het hotel, maar bij het verhuurbedrijf afgezet worden. Dus dat was geregeld!
Tijd om te gaan zwemmen! De zon steekt flink, maar het zwembad biedt heerlijke verkoeling.
Vroeg in avond gaan Bas, Christ'l en Kay met twee fietsen naar de Bike Shop om de andere fiets op te halen. Dan kan Kay daar namelijk op terug fietsen. Als we bij de shop aankomen, blijkt de fiets er niet te staan. Alle medewerkers komen erbij, inclusief iemand die "beter Engels" kan. Maar het verhaal is duidelijk. De fiets is niet hier. Waar die dan wel is? Hopelijk staat ie dan nog bij de tempel. Bas probeert nog te regelen om met een brommertje naar de tempel te gaan, maar blijkbaar mag een toerist hier niet op een brommer, ook niet achterop. Er zit niets anders op dan te fietsen. En snel ook, want het begint al donker te worden. Als een gek fietsen Christ'l en Bas, met Kay achterop, naar de tempel. We hebben de fiets niet eens op slot gezet. In goed vertrouwen, want alles was geregeld. Daarnaast: We zijn in Myanmar en als er een land is waar de mensen eerlijk zijn, dan is het wel in dit land. Maar ja, stom natuurlijk, want eigenlijk kun je het nooit helemaal vertrouwen...Hoe hebben we dat nu kunnen doen?
Het is een flink stuk fietsen, maar we gaan als een speer. Met het zweet op alle delen van het lichaam komen we bij de tempel. Geen fiets. Als Bas vraagt "Where is the bike?", halen ze eerst de schouders op. Maar er komt meteen "joke" achteraan: Ze hebben de fiets ín de tempel gezet! Wat een geluk, pffff en inderdaad, wat een eerlijk land. Een heerlijk land.
Inmiddels zijn ook de mensen van de bike shop gearriveerd. Twee vrouwen op een brommertje en een man op de fiets, met de tong op de schoenen. Hij was achter ons aan gefietst, maar kon ons niet bijhouden! "You very fast", hijgde hij. In de schemering fietsen we terug, met 3 fietsen. Kay fietst ook het hele eind weer stoer mee. Jammer dat we nu geen fototoestel bij hebben, want achter de tempels kleurt de lucht inmiddels oranje als de zon onder gaat.


Sunset over Bagan
Dinsdag 30 juli
Na het ontbijt gaan we even over de markt lopen. Daarnaast heeft Kay, tijdens het fietsen, ergens petten zien hangen en hij heeft nog wat geld over om iets te kopen. Maar de petten zijn helaas niet wat hij zoekt, dus duiken we de achterstraatjes in, waar de markt zich bevindt. We denken dat we rechtdoor moeten lopen, want daar zitten mensen op de grond. Heel onschuldig met opgestapelde kwartel- en kippeneieren. Maar dan volgen er vis- en vleesverkopers: Wat een stank! Verschrikkelijk! Naast de kippenpoten en -koppen lagen de varkensneuzen en een soort van darmachtige substantie. Wat ongetwijfeld een delicatesse hier is, maar niet geschikt voor onze magen. We lopen maar snel door. Bas kan de stank waarschijnlijk beter aan, want hij maakt overal foto's van. We denken dat dít de markt was, maar als we dan teruglopen, zien we ineens dat we ergens naar binnen kunnen. En ja...daar is de echte markt. We worden bijna overvallen door allerlei verkoopsters, die ons longhi's (de wikkelrokken die hier iedereen draagt) of allerlei andere souvenirs willen verkopen. "Too bie, too bie", wat betekend "Ik heb genoeg, ik heb het niet nodig" Heel handig om te weten dus. Er liggen ook veel groenten en fruit uitgestald en hier stinkt het gelukkig niet. We lopen naar een reisbureautje en regelen daar een taxi om aan het eind van de middag wat tempels te bekijken en te eindigen met een sunset. Dat is een stuk veiliger thuiskomen vanavond in het donker en daarnaast ook wel relaxed. Omdat wij met z'n zessen zijn is dit ook het goedkoopste. Je kunt hier ook met een paardenkar rond. Dat heeft zeker ook zijn charmes, maar na een niet zo comfortabele rit in Pyin oo lwin, besluiten we dat maar niet te doen. Om 15 uur komt de taxi ons ophalen, dus in de tussentijd gaan we lekker zwemmen. Het weer is weer heerlijk en tussendoor smaken de broodjes en springrolls uit de bakkerij van het hotel heerlijk!
De zon brandt nog goed als -na een snelle douche- de taxi in gaan. We bezoeken allerlei tempels. De ene heeft hele oude muur- en plafondschilderingen en andere is groot en imposant. Maar de mooiste tempels zijn toch die waar je naar boven kunt. Want overal waar je kijkt zie je dan tempels. Sprookjesachtig. Wat ge-wel-dig! Maar we zien ook een donkere wolk aankomen. Als het dan zachtjes begint te regenen, geeft dit een heel apart effect. Het is erg warm, dus er ontstaat een soort mist, waar de tempels in gehuld zijn! Gelukkig is de regen snel over en wordt de lucht snel weer blauw. We stoppen bij de Sunset tempel. Een hoge tempel vanwaar je ver weg kan kijken. Als wij komen zijn er nog niet zo veel toeristen, maar binnen no-time zijn er meer toeristen als we de hele vakantie tegen zijn gekomen. Statieven, camera’s, lensen, filters...alles komt uit de tassen! Helaas zijn er nog steeds wolken, dus de zon is sneller achter de wolken dan hij onder is. Maar mooi was het zeker wel!
Na het eten drinken we nog een drankje op het terras voor ons huisje en duiken dan ons heerlijk koele bedje in. Lang leve de airco!

Lizzard safari
Woensdag 31 juli
Na het ontbijt kwam de taxi chauffeur weer om nog een half dagje door Bagan te toeren. In Bagan stonden ooit 5.000 tempels. Na een hele grote aardbeving in 1975 waren er nog maar 2.000 tempels over. Momenteel worden er ook tempels hersteld en opgegraven.
Opnieuw is het weer mooi om op een tempel te klimmen en van het uitzicht te genieten. Moet je je voorstellen, dat overal waar je kijkt je oude tempels ziet! Zonder andere gebouwen. Tussen de tempels liggen stukken land, die soms worden omgeploegd door een boer met ossen. De tempels worden vaak bijgehouden door mensen uit de buurt, die op hun beurt weer zandschilderijen of andere souvenirs verkopen. Het ziet er dan ook overal netjes uit!
Bij één van de tempels vindt een mevrouw het erg fijn om met ons te praten. Ze wil wat Nederlandse woordjes leren en Christ'l leert wat in het Birmees. De mevrouw vindt het zo leuk, dat ze Christ'l graag wil voorzien van Thanaka. Het vrouwtje wil het zo graag, dat Christ'l en Kay zich uiteindelijk laten "schminken". Dus het volgende moment, lopen ze rond met Thanaka op de wangen, kin en voorhoofd. Als je de foto bekijkt, denk je waarschijnlijk " is het carnaval", maar hier is het écht heel erg hip en een Way of life om dit op je wangen te hebben. Bijna iedereen draagt hier Thanaka. Dat hoort er echt bij.
Hierna horen we dan ook "Oh I really like your Thanaka, very nice".
Als we van de ene tempel naar de andere rijden, letten Kay en Timo heel goed op de bomen. Want er zouden een soort van hagedissen in de bomen zitten. (Bedankt Lianne voor de tip&foto!)
Ze hebben er al veel gezien, maar wij nog geen één. Waarschijnlijk komt dat ook omdat wij ook de omgeving in ons opnemen. Uiteindelijk zien we er één en we vragen de chauffeur te stoppen. We maken een foto, maar de beestjes zijn zo schuw, ze kruipen direct weg. En Kay wil zó graag een dierenfoto maken voor de Rangerclub van het Wereld Natuurfonds. Maar onze chauffeur heeft het begrepen. Hij leeft helemaal op. Dít vindt ie duidelijk erg leuk. Hij ziet de beestjes van grote afstand zitten, stopt, we stappen uit....en gaan dan héél stilletjes naar de boom toe waar het beestje in zit. Van een afstand een foto nemen gaat wel, maar het is net of ze je al van verre zien, want zo gauw je dichterbij komt, zijn ze weg. De chauffeur maakt er een hele wedstrijd van. Geweldig. Ze zijn blauwgroen van kleur met een licht bruine staart. De lizzards veranderen van kleur als het weer veranderd. Maar uiteindelijk zijn wij de zoektocht ook een beetje beu en vinden we het mooi geweest. We eten een paar broodjes bij de bakkerij van het hotel en duiken dan de hele middag het zwembad in. ‘s Avonds eten we tomatensoep en pizza bij San Kabar Pizza, of te wel Bagan Pizza. Echte lekkere pizza's, met een echte krokante bodem! Een lekkere afsluiting van Bagan, want morgenochtend vertrekt onze vlucht terug naar Yangon.

Last but not least
Donderdag 1 augustus
Vroeg uit de veren, voor een vroege vlucht naar Yangon. In één uur en 10 minuten staan we op het oude Internationale Vliegveld van Yangon, wat tegenwoordig gebruikt wordt voor binnenlandse vluchten. Alles verloopt gemakkelijk en soepel, alleen staat onze afgesproken taxichauffeur niet op ons te wachten. Hij had in de planning dat we een uur later zouden landen. Dat is nou jammer. Maar dan ineens is hij er toch en dus zijn we toch nog snel onderweg naar het hotel in Yangon.
Het regent. Het regent flink en het heeft ook al een paar dagen geregend volgens de taxichauffeur. Als we inchecken bij het hotel, is het personeel heel blij ons te kunnen melden dat we alweer precies dezelfde kamer hebben. Tja, zoveel gasten zijn er ook niet, het is low-season!
Maar de kamer van Gerrit en Annet blijkt vochtoverlast te hebben van de regen, de hele achterwand is vochtig. Omdat er een derde bed op de kamer is gezet, staat dit bed bijna tegen de vochtige muur. Niet erg prettig dus. Maar Housekeeping zal dat wel even oplossen met twee doeken. Not! Ze aaien wat over de muur en vragen of het oké is. Nee natuurlijk niet. En dus mogen ze naar een andere kamer. En laat dat nu net een kamer zijn met een groot balkon aan de voorzijde van het hotel. Met een luxere badkamer en echte dekbedden. Wat zijn ze blij! We liggen nu wel verder van elkaar af. Kan dat wel? Dus Christ’l gooit ook nog even de charmes in de strijd door netjes te vragen of wij niet naast hen kunnen slapen, zodat “the family can stay together”. En dus wordt er nog eens druk overlegd. En ja hoor, het mag. Da’s vet! De balkon deuren gaan open en daar staan we dan, als het koningspaar op het balkon van dit koloniale hotel.
Inmiddels is het ook mooi droog geworden en we maken er gebruik van om nog wat laatste inkopen te doen. Een paar petten voor Kay, wat shirtjes voor Bas en Timo, een nieuwe cover voor de ipad. En op het terrasje kijken we naar de mensen die langs komen. Schitterend. We zien ook mensen die met de had de rood-wit geschilderde straatbielzen aan het schoonschrobben zijn. Heel apart.

Afscheidstranen
Vrijdag 2 augustus
We mogen net zo lang in de hotelkamer blijven als we willen. Dat is fijn, want het regent alweer flink. Afscheidstranen zullen we maar zeggen. Bij het ontbijt staan er zo’n 10 mensen om ons te bedienen. Normaal gesproken is het hier overal al overbezet, maar dit slaat alles. Het blijken echter trainees te zijn, dus dat verklaart een heleboel. Maar als we ook maar iets laten vallen, neerleggen of willen pakken, is er wel iemand die het voor ons wil doen. We lijken echt de koning en de koningin wel!
Na het ontbijt nemen we een taxi naar de stad in om nog even wat rond te lopen en onze laatste kleren die we aangehad hebben en niet meer mee naar huis willen nemen, af te geven aan een zwerver. Daarna gaan we terug nemen nog een keer een heerlijke douche, voordat we voor de laatste keer in Myanmar zullen eten. Na het eten komt de taxi ons ophalen en ook Aye is er weer bij, samen met haar collega. Voor de deuren van het Internationale vliegveld nemen we afscheid.
In de eerste vlucht zitten we lekker naast elkaar, op de eerst rij van de Economy Class. Daar had Aye nog voor gebeld. Ze had ook nog voor de andere vlucht gebeld, maar daarvoor was het niet mogelijk om al plaatsen toe te wijzen in het systeem. Dus we hopen er maar op dat er niet weer één persoon op een andere plek in het vliegtuig zit, zoals op de heenweg. Als we in de avond in Guangzhou aankomen, hebben we 1.45 uur overstaptijd. Het vliegtuig is mooi op tijd, maar taxiet best lang. Dan worden àlle mensen uit het héle vliegtuig in één bus geladen. Daar staan we dan, opgepropt tussen de rochelende, voornamelijk mannelijke Chinezen, die star voor zich uit staan te kijken. Ook de busrit is best lang. Op het vliegveld krijgen we een nieuw ticket voor de vlucht van Guangzhou naar Amsterdam, zoals we dat ook op de heenweg kregen. Aangezien alle andere mensen al ingecheckt hebben, liggen ook onze tickets al klaar. Helaas zitten we niet naast elkaar. Met slechts (!) 40 rijen afstand zitten Christ’l, Bas en Kay bijna achterin het vliegtuig en Gerrit, Annet en Timo op rij 5. Dat betekend dat ze businessclass Seats hebben gekregen. Alweer een upgrade. Ze kunnen dus tijdens de reis de beentjes lekker strekken. Het enige vervelende is, dat ze zich echt niet thuis voelen. De Chinese stewards en stewardessen negeren hen zo ongeveer, omdat ze niet geboekt hebben voor deze Seats. Ze krijgen als laatste eten (gewoon economy meals) en met het uitschenken van drinken worden ze overgeslagen. Heel vervelend, ten slotte hebben ze er zelf ook niet om gevraagd om daar te zitten. Uiteindelijk landen we vóór de geplande tijd op Schiphol en komen onze koffers als allereerste over de band gerold. Om kwart voor 9 ’s morgens staan we weer voor ons eigen vertrouwde huisje en kijken we terug op een heerlijke vakantie.